7901

De Incabeschaving (ca. 900 –1532) 

 Mochebeschaving (100 v. Chr. 600 n. Chr.)  

Niet langer dan een eeuw waren de Inca's de onverbiddelijke heersers van Peru, het ruim 2000 kilometer lange bergachtige land aan de Stille Zuidzee.

Omstreeks 900 n. Chr. lieten de Inca's voor het eerst van zich horen. Volgens een oude legende zouden de eerste Inca en zijn zus, tevens zijn vrouw, door de zon geschapen zijn op een eiland in het Titicacameer., gezonden door de zon om de barbaren in dit gebied de beschaving bij te brengen. De Inca stichtten de stad Cuzco, de hoofdstad en het centrum van hun bestuur. 

De naam van de stad is afkomstig van het Quechua-woord dat navel (van de aarde) betekent. Cuzco ligt op een hoogte van ongeveer 3360 meter in de Andes. Cuzco, bijgenaamd "de keizerlijke stad" is de langstbewoonde stad van het Westelijk halfrond. De stad lag op een hoogte van 3360 meter en was gebouwd van steen. Sommige van de massieve bouwwerken waren met zuiver goud bekleed. De stad werd verdedigd door een fort met 18 m. hoge terrasvormige muren: een bouwstijl waar de Inca's meesters in waren. 

Tussen 1200 en 1532, toen de Spanjaarden arriveerden, waren er 13 Inca's of god-keizers. Zij waren allen op verovering uit en verlangden naar macht. Eerst onderwierpen zij de volkeren op het hoogland van het Andesgebergte en strekten vervolgens hun gebied uit tot de kustvlaktes van de Grote Oceaan enerzijds en de regenwouden van de Amazone anderzijds. tot de slachtoffers van de expansiedrift behoorden de Chimú 's, die uitgeroeid werden. Door hun overwinningen hadden de Inca's de macht over verreweg het grootste rijk dat ooit door Indianen zou worden opgebouwd. Bovendien wisten zij het te besturen: ze waren grote organisatoren en staatslieden. Overwonnen gebieden werden snel gepacificeerd en in het rijk opgenomen, nadat er heersers van Inca-afstamming waren aangesteld. Er werden 15.000 km. wegen en bruggen aangelegd. Ze kenden het wiel niet, maar gebruikten lama's als lastdieren. De Inca's hebben geen schrift ontwikkeld, maar hadden een systeem met koorden en knopen erin als geheugensteuntje. De glorietijd van de Incabeschaving duurde slechts een eeuw, ruwweg van 1438 tot 1532. 

Aan het Incarijk zijn duizenden jaren voorafgegaan, waarin uiteenlopende en aan elkaar verwante Indianenstammen de kust, de hoogvlakte, de woestijnen en de oases van Peru bevolkten. Pas zo'n 1300 jaar voor Chr., vanaf de periode dat er tempels in de Andes verrezen, spreekt men over "beschaving", over het "Chavin", dat tot ca. 500 v. Chr. zou duren. In de Vroege en late Tussenperiode, na het Chavin tijdperk hebben talloze "beschavingen"elkaar opgevolgd. Salinar, Virù, Mochica, Pukara, Paracas en Nazca: begrippen voor de Peruanen en raadsels voor de westerling. Geschreven bronnen lieten zij niet na en hun graven vielen vaak ten prooi aan plunderaars, waardoor belangrijke onderzoeksgegevens verloren gingen.

Angst moet de meeste bewoners van het Inca-rijk permanent hebben beheerst. Angst voor de Zonnegod, angst voor de Inca-leider , die als zoon van de Zonnegod de dienst uitmaakte, voor de vele voorouders die, tussen de Guinese biggetjes, als geesten in de lemen hutten, op de velden en in de wolken ronddwaalden, voor het hiërarchische netwerk van duizenden ambtenaren, die niet alleen de kleding van de bevolking, maar zelfs hun bescheiden bezittingen inspecteerden, angst voor de roofdieren ook, die ieder op zich weer een onbegrijpelijk natuurverschijnsel symboliseerden. Het leven in de Incadictatuur was doordrenkt van tovenaars, heksen, magi;ers en vuurdemonen. Een mens was minder waard dan een mug.

rechts: Machu Pichu

Datzelfde rijk van de Vier Windstreken bracht een 16.000 kilometer lang wegennet en ingenieuze irrigatie-systemen voort. Er werden maar liefst veertig gewassen gecultiveerd. In en rondom de hoofdstad Cuzco op de vlakten tussen de besneeuwde bergtoppen, verrezen 400 heiligdommen. Hangbruggen overspanden de rivieren en getrainde hardlopers brachten in twee dagen tijd de vissen uit het Ttiticacameer naar de keizerlijke keuken, bijna 500 kilometer verderop.

Tijdens feesten dansten de met papegaaienveren getooide hoogwaardigheidsbekleders een soort menuet met hun dames. Er klonk muziek van trommels, panfluiten en aardewerken trompetten, en het zonlicht deed de gouden oorschijven, borstsieraden en enkelbanden schitteren als honderdkaraats diamanten. 

Laatst bijgewerkt: 19-10-02

colofon