5516 |
Gent |
De naam Gent zou afkomstig zijn van de Keltische waternaam Gond => Germaans Gand => Latijn Gandavum.De rivieren stroomden en kronkelden in een gebied waar veel gronden periodiek onder water liepen (de meersen) en die dus niet ideaal waren voor landbouw, maar beter geschikt voor schapenteelt. In de jaren 629-639 verbleef hier de geloofsverkondiger Amandus. Hij was een voormalige edelman, afkomstig uit Aquitanië. Hij kwam met brieven van de Frankische koning Daarop stichtte Amandus samen met zijn vriend en volgeling Bavo - alweer een voormalige edelman, afkomstig uit Haspengouw - twee kloosters, die van Sint-Baafs (625 - 650) en die van Sint-Pieters )na 650). Had de heilige man maar een dagboek bijgehouden! Toen de beide Gentse abdijen later mekaars grote rivalen waren, hebben zij zich verbeten ingespannen om hun 'eerste-geboorterecht' te bewijzen. Diefstal van relikwieën en vervalsing van oude oorkonden waren eeuwenlang schering en inslag. Zelfs tot vandaag toe doet de vraag welke abdij de oudste is nog steeds veel inkt vloeien bij geschiedkundigen. De Sint-Baafs- en Sint-Pietersabdij hebben veel bijgedragen tot de bloei van de stad. De beide abdijen richtten de eerste kerken op voor de landelijke domeinbewoners, namelijk Sint-Martinus op Ekkergem en Heilig-Kerst vlakbij de Sint-Baafsabdij. Sint-Pieters en Sint-Baafs kenden een tijd van hoge bloei onder de regering van keizer Karel de Grote. Niemand minder dan diens beroemde vertrouwensman en biograaf Einhard werd in 815 door Lodewijk de Vrome aangesteld tot lekenabt van de twee Gentse abdijen. Hij bezorgde ze het statuut van koninklijke instellingen. Als een echte moderne manager legde hij de basis voor hun latere ontwikkeling tot de belangrijkste abdijen van Vlaanderen. De bevolking van Gent bestond voornamelijk uit horigen van de Sint-Baafsabdij die handel dreven voor hun heren. Maar de nederzetting werd in 879 verwoest door de vikingen. De overigen verhuisden wat verderop naar het westen, waar ze hun eigen handel konden drijven. In 851-852 en opnieuw tussen 879 en 883 verwoestten de Vikingen de stad en vestigden zich lange tijd aan de Schelde (ter hoogte van huidig Duivelsteen, Sint-Baafs, Biezekapelstraat, Wijdenaard). Gent won aan handelscontacten en breidde uit tot aan de Oudburg (tiende eeuw n.C.). Zo ook groeide de bevolking aan. De ambachtslui uit de landelijke omgeving leefden van de wolnijverheid. Deze was verdeeld over een groot aantal landbouwnederzettingen aan de Noordzee. Door de hoge concentratie van arbeid in de stad en de verbetering van de weeftechniek ontstond een vernieuwde textielindustrie in de twaalfde eeuw. Waardoor Gent heel bekend werd. |
laatst bijgewerkt: 18-12-07 |