4406 De geschiedenis van het schaakspel
Wanneer het schaakspel precies is ontstaan, is niet bekend. Men vermoed dat het vele eeuwen geleden in Indië is begonnen als het gemeenschappelijk werk van talrijke creatieve geesten. Uitgangspunt was; het nabootsen van een veldslag tussen twee Oudindische legers; het doel: het tonen van een gevecht dat afwisseling en spanning bood, waarbij geen bloed vloeide en waaraan elk fysiek geweld vreemd was. Deze vreedzame strijd in het teken van gelijkheid en rechtvaardigheid is geheel in overeenstemming met de humane denkwijze van het Boeddhisme, dat iedere vorm van oorlog afwijst. Het spel werd in de beginne alleen in boeddischtische kloosters gespeeld. De schaakstukken, symbolen van de krachten uitvoerders van de handeling, waren gevormd naar voorbeeld van het Indische leger, dat was ingedeeld in voetvolk, ruiterij, olifanten en strijdwagens. Op grond van deze indeling in vieren heette het Indische leger "tsjatoeranga"(tsjatoer=4 anga=delen). 


Ook het schaakspel werd met deze naam aangeduid, een bewijs te meer dat men de oorsprong van dit spel in Indie moet zoeken, omdat de naam anders geen zin zou hebben. Opvallend is de rol die het getal 8, het symbool voor oneindig in de wiskunde, bij het schaken speelt: het schaakbord omvat 8x8 velden, het "leger"bestaat uit 8 stukken en 8 pionnen, de Koning en het paard beheersen ieder 8 velden. Het verhaal over de weg die het schaakspel vanuit Indie naar Perzie insloeg, vormt de inhoud van de eerste van een tweetal legenden uit het "(Boek der Koningen)"van de Perzische dichter Firdoesi (940 - 1021). Deze legende beschrijft de ontvangst van een Indische delegatie aan het hof van de Perzische Koning Chosroes I (532 - 578), bijgenaamd "De Rechtvaardige". De Indiers schonken de Koning o.a. een kostbaar schaakbord en stukken en brachten de volgende boodschap van hun heersers over:de regels van dit spel zijn slechts in Indie bekend. Zouden de perzen de opstelling van de stukken, hun loop en de spelregels raden, dan zouden de Indiers verplicht zijn schatting aan de perzen te betalen, want de wijsheid is hoger dan ieder ander goed op aarde. De gezanten noemden alleen de namen van de stukken en voegden er aan toe dat het spel een weergave van de oorlog was. Zouden de Perzische wijzen het schaakspel niet kunnen doorgronden, dan werd hun land schatplichtig. Een vreedzaam ultimatum! Over het oplossen van het raadsel word uitvoerig verslag gedaan. De Perzische wijzen hadden gevraagd om een termijn van acht dagen, teneinde deze moeilijke opgave op te lossen. Het lukte tenslotte een raadgever van de Koning het probleem te doorgronden: de aanwijzingen waren voor hem voldoende om de zin van het schaakspel te begrijpen. In aanwezigheid van de Indische delegatie legde de Perzische wijzen uit hoe de opstelling van de stukken op het schaakbord was. Zij lijkt op die van tegenwoordig.

bron: Schaakpagina

Colofon

Laatst bijgewerkt: 12-10-07