5675

Sint Antoniespoort (Amsterdam) (1488)

Stadsmuur, stadspoorten en torens van Amsterdam
De Sint Antoniespoort werd gebouwd in 1488 en staat precies in het verlengde van de Zeedijk en de Sint Antoniesbreestraat, de Zeedijk was in de stad, de Sint Antoniesbreestraat buiten de stad. Oorspronkelijk bestond het gebouw uit een poortgebouw met twee torens aan de stadszijde en een voorpoort met eveneens twee torens aan de grachtzijde. Tussen de voor- en hoofdpoort was een niet bebouwd pleintje, een overwelfde sluis. Het gebouw verloor eind 16de eeuw zijn betekenis als stadspoort, toen de stad werd uitgelegd en spoedig, in de periode 1603-1613, de stadsmuur werd gesloopt. 
In 1614 ontstond de huidige Nieuwmarkt door het dempen van de stadsgracht rondom de Sint Antoniespoort. Ook werd het plein opgehoogd, zodat het muurwerk van de poort gedeeltelijk onder het maaiveld verdween. Het gebouw doet zich daardoor thans minder hoog voor dan zij in werkelijkheid is. 

Het poortgebouw staat precies in het verlengde van de Zeedijk en de Sint Antoniesbreestraat, haaks op de stadswal, de Geldersekade en de Kloveniersburgwal. In de toren op de hoek tussen de Zeedijk en de Geldersekade zit de oudste gevelsteen van Amsterdam, met het opschrift (in modern Nederlands): Op 28 april 1488 werd de eerste steen van deze poort gelegd.

De stadspoort kreeg in de 17de eeuw een nieuwe functie, een vroeg voorbeeld van herbestemming: de Sint Antoniespoort werd in 1617/18 tot Waag verbouwd door het binnenplein, de ruimte tussen de voor- en hoofdpoort, te overdekken. De nieuwe Waag moest de Waag op de Dam, dat inmiddels te klein was geworden, ontlasten. In de bovenverdiepingen werden enige gilden gehuisvest, namelijk die der smeden, schilders, metselaars en chirurgijns. Iedere gilde had zijn eigen ingang: de poortjes rondom het gebouw. Boven de poortjes zijn de emblemen van de gilden nog te zien. Boven het poortje van de metselaars is beeldhouwwerk van Hendrick de Keyser aangebracht. Boven de toegangspoort van de chirurgijns staan de woorden "Theatrum Anatomicum". In 1690/91 kreeg de Waag zijn huidige vorm door de bouw van de grote koepelvormige ruimte, bekroond door een middentoren. Uit deze periode dateert het waardevolle interieur.

De Waag heeft verschillende bestemmingen gehad, o.a. als brandweerkazerne en als museum: zowel het Amsterdams Historisch Museum als het Joods Historisch Museum zijn er ontstaan. In de jaren 1989-1994 stond het gebouw leeg. Het leegstaande gebouw werd door de gemeente toevertrouwd aan een Stichting Centrum De Waag die de Franse architect Philippe Starck met weinig respect voor het historische gebouw liet slopen en bouwen en een controversiële glazen uitbouw liet ontwerpen. Toen ging de stichting failliet, waarna het gebouw, mishandeld en verslonsd, opnieuw leeg stond. Op 20 september 1991 zetten buurtbewoners en monumentenliefhebbers de deur open voor pers en publiek. Algemene verontwaardiging, die doorklonk tot in de gemeenteraad, leidde tot een benoeming van een niet-ambtelijke commissie van deskundigen. Deze stelde voor het gebouw éérst deskundig te laten restaureren onder leiding van een architect die verstand heeft van middeleeuwse constructies en funderingen. Dat werd Walter Kramer. Er vond constructief herstel plaats, o.a. werd de volgestorte kelder die teveel gewicht uitoefende op de slietenfundering ontgraven. Het gebouw won aan allure door de reconstructie van de houten luifel aan de oostzijde en door een ringbestrating die het gebouw zijn ruimtelijke middelpuntfunctie op het plein teruggaf. In het interieur was de zorgvuldige restauratie van de beschildering van het houten koepelgewelf de belangrijkste verbetering. Terwijl de werkzaamheden bezig waren, werd gezocht naar een geschikte huurder. Uiteindelijk werd dat een café-restaurant op de begane grond en de Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media op de bovenverdiepingen.

Gemaakt: 15-12-03

colofon