3924 Terracottaleger

Een ander bouwproject van keizer Tj'in Sje Hwang-ti van de Qin-dynastie (221 - 206 v. Chr.) was het graf van de keizer, waarin hij na zijn dood werd bijgezet, vergezeld van een leger van terracotta beelden. Deze beelden werden in 1974 ontdekt in de Chinese stad Xi'an. 

De duizenden beelden van paarden en krijgers werden in 210 voor het begin onze jaartelling begraven in het mausoleum van keizer Tj'in Sje Hwang-ti. Al snel daarna werd het graf geplunderd, waarna het dak instortte en de beelden bedolven raakten onder een dikke laag vochtige aarde.

Op 29 maart 1974 vonden boeren uit het dorp Xiyang (± 30 km noordoost van Xi'an) bij het boren van een serie waterputten aan de voet van Mount Lishan, op ruim 4.5 meter diepte een geplaveide vloer waarop voorwerpen van aardewerk (delen van beelden) en brons (trekker-mechanismen van kruisbogen en pijlpunten) lagen. Al snel ontdekten gewaarschuwde archeologen dat hier iets heel bijzonders gevonden was. Wat men ontdekt had waren enorme aantallen beelden van militairen en paarden, met daarbij alles wat een Chinees leger, uit de 3de eeuw voor onze jaartelling, aan uitrusting nodig had. De figuren stellen een compleet leger voor, dat in slagorde staat opgesteld. 

Zoals gebruikelijk staan de licht bewapende troepen in de voorhoede en op de flanken en de zwaar bewapende troepen in het centrum. De militaire uitrusting bestaat uit o.a. strijdwagens, schilden, zwaarden, speren, (kruis)bogen en pijlen.

Het complex
Nu bijna 30 jaar na de ontdekking is nog lang niet het gehele complex opgegraven. Door kleine proefopgravingen rondom heeft men wel de totale omvang van het complex vastgesteld. Het blijkt dat er dicht bij elkaar vier putten van verschillende vorm en afmeting liggen.
De vier putten
De putten zijn genummerd in de volgorde waarin te ontdekt zijn.
De grootste put (put 1)  is rechthoekig, 230 meter lang, 62 meter breed en 5 meter diep. Totaal beslaat deze 14.260 m². Hierin bevinden zich naar schatting 6.000 beelden van boogschutters, infanterie soldaten en strijdwagens. Deze put is verdeeld in elf in de lengterichting (oost-west) lopende gangen. (Put 1 werd ontdekt in maart 1974)
Put 2 heeft een L-vorm en is ongeveer 6.000 m² groot. In deze put bevinden zich boogschutters, infanterie soldaten, ruiters met hun paarden en strijdwagens. Bij elkaar bevat deze put naar schatting bijna 2.000 man. Deze put is verdeeld in veertien oost-west lopende gangen. (Put 2 werd ontdekt in mei 1976)
Put 3 (ontdekt in juni 1976) heeft een U-vorm en is 'maar' 520 m² groot. In deze put bevinden zich 'slechts' 68 figuren en één strijdwagen. Men denkt dat dit het 'commando centrum' van het Terracotta leger was. 

De vierde en kleinste put (ontdekt in juli 1976) is leeg. Vrijwel zeker zijn de werkzaamheden aan deze put gestaakt toen aan het einde van de Qin dynastie geweldige opstanden uitbraken onder de (boeren) bevolking van het rijk.

De putten liggen tussen de vijf en zeven meter onder het maaiveld en hadden een dak van houten balken. Op deze balken lagen zeer fijn gevlochten matten met daarop een dikke laag klei en tenslotte een gemiddeld vijf meter dikke laag aarde. Het dak is echter tijdens onlusten in 206 v.Chr. door brand verwoest en naar beneden gestort. De gangen worden van elkaar gescheiden door ruim twee meter dikke muren van aangestampte aarde. De vloer van de gangen is geheel betegeld. Als alles opgegraven en gereconstrueerd is verwacht men een leger van bijna 8.000 man en meer dan 100 strijdwagens te kunnen tonen.
Deze putten behoren bij het mausoleum van Keizer Qin Shi Huang dat 1.5 km naar het westen ligt. 

Links: Grafheuvel van Qin Shi Huang

Vanaf zijn troonsbestijging tot aan zijn dood 36 jaar later heeft hij aan het complex laten werken en toen was het nog niet af. In 'het boek van de Han dynastie' (2de eeuw n.Chr.) wordt over het mausoleum o.a. geschreven: Het mausoleum is diep in de grond aangelegd, erboven is een bijna 117 meter hoge berg aangebracht en de omvang van het geheel is 2.5 km. In de tombe drijft de sarcofaag op een meer van kwikzilver, dat wordt verlicht door lampen die branden op walvisolie en op het meer drijven gouden vogels. Dit meer wordt overkoepeld door een hemel, waarop parels de sterren verbeelden.

De Chinese overheid staat tot op heden niet toe dat er archeologisch onderzoek wordt gedaan in de heuvel waaronder het mausoleum zich moet bevinden. Wetenschappers hebben alleen de buitenkant mogen onderzoeken en daarbij via metingen wel kunnen vaststellen dat er zich in de grafheuvel een grote hoeveelheid kwikzilver moet bevinden. (NB. Door tweeduizend jaar erosie is de berg nu ongeveer 40 meter lager). In geen enkel document werd in het verleden iets vermeld over het bestaan van terracotta soldaten. Het terracotta leger staat met z'n rug naar het mausoleum en kijkt naar het oosten. Het is mogelijk dat er zich ook soortgelijke legers bevinden aan de drie andere kanten van het mausoleum.

Vlakbij het mausoleum zijn ook nog een groot aantal andere putten met grafgiften gevonden. Hierin trof men o.a. veel terracotta beelden van dieren, acrobaten en ambtenaren aan, alsmede gebruiksvoorwerpen zoals schalen en potten van brons en aardewerk. Hier werden ook twee prachtige strijdwagens op halve grootte gevonden.
Een lugubere vondst waren massagraven, waarin grote aantallen skeletten werden gevonden. Vrijwel zeker gaat het hier om mensen die aan het grafcomplex hebben gewerkt en zijn omgebracht

De figuren

Links: Ruiter met paard - Rechts: Resten van de beschildering
Alle beelden zijn van terracotta (terracotta is ongeglazuurde gebrande pottenbakkersklei) gemaakt en levensgroot (staande soldaten ± 1.80 m hoog). Geen twee figuren zijn gelijk. De mannen hebben allemaal verschillende gezichtsuitdrukkingen. Er zijn verschillen in snorren, baarden, kapsels en kleding. Men denkt dat voor deze beelden een echt leger model heeft gestaan. Alhoewel dat bij de meeste figuren verdwenen is, is nog op voldoende plaatsen te zien dat alle figuren oorspronkelijk geheel in heldere kleuren beschilderd zijn geweest. Het is duidelijk dat de beelden eerst in delen zijn gemaakt die later werden samengevoegd. De benen van mensen en paarden zijn om het gewicht te kunnen dragen massief, terwijl de rompen, armen, handen en hoofden hol zijn.
Er is uitermate veel zorg besteed aan de details. Zelfs de metaaldraadjes waarmee de schubben van de harnassen met elkaar verbonden waren zijn geboetseerd.
Alle beelden zijn gemaakt van een locale kleisoort, die voor het bakken tot circa 1.000 graden verhit moet zijn. Het gewicht van de terracotta soldaten varieert van 110 tot 300 kg.
Op de achterkant van de beelden zijn ongeveer 80 verschillende namen gevonden. Dit moeten de namen van de makers geweest zijn.

De uitrusting

Zwaard - Kruisboog

Alhoewel in de oudheid door grafrovers een deel van de wapens is gestolen, is er gelukkig genoeg bewaard gebleven om een goede indruk te krijgen van de toenmalige bewapening van het keizerlijke leger. De belangrijkste wapens waren lansen, speren, hellebaarden en kruisbogen. Zwaarden waren doorgaans voorbehouden aan officieren. 

Vrijwel alle wapens waren van brons en hout gemaakt. Eén van de wonderen die men bij het opgraven ontdekte was dat de meeste wapens na 2.200 jaar in de grond gezeten te hebben nauwelijks roest vertoonden en daardoor ook nog scherp waren. Dit kwam doordat ze verchroomd waren, een techniek die in het westen pas in de vorige eeuw ontdekt werd. Aan de uitrusting zijn de verschillende rangen en legeronderdelen herkenbaar. Officieren droegen een uitrusting met meer versierselen dan de gewone soldaten en de schubben van hun harnassen zijn kleiner. Ruiters zijn herkenbaar aan strak zittende kleding om het bovenlichaam en een kleine helm die met een band onder de kin vastzit. Wagenmenners dragen extra bepantsering omdat zij zich met het mennen van de paarden bezig moesten houden en zich dus nauwelijks konden verdedigen. Boogschutters, die de vijand op afstand bestrijden, dragen vaak geen bepantsering. De Chinese kruisbogen waren effectief tot op een afstand van circa 800 meter.

Strijdwagen met bemanning
De strijdwagens zijn lichtgebouwd, hebben twee spaakwielen en werden getrokken door vier paarden. Ze zijn van hout gemaakt en voorzien van metaalbeslag. Het paardentuig is van brons en leer. De strijdwagens werden bemand door drie man, een wagenmenner, een officier en een soldaat. De officier gaf commando's aan de troepen door middel van trommel- en belsignalen. Een trommelsignaal betekende oprukken en een belsignaal terugtrekken. Het was de taak van de soldaat om de officier en wagenmenner te beschermen en als de wagen ergens vastliep deze weer vlot te trekken.
De staarten van de strijdwagenpaarden waren opgebonden in tegenstelling tot die van de cavaleriepaarden. De ruiterzadels waren licht en werden door leren riemen die om de buik, borst en kont van het paard liepen op hun plaats gehouden. Bij de paarden en ruiters zijn geen sporen gevonden van het gebruik van stijgbeugels. (De eerste bewijzen van het gebruik van stijgbeugels in China stammen uit de 4de eeuw n.Chr.).

Reconstructie en conservering
Gebroken terracottabeelden Gereconstrueerde hoofden
De bezoeker die nu naar het Terracotta leger komt kijken en daar een groot aantal schitterende beelden ziet staan moet zich realiseren dat deze beelden door de archeologen uit vele scherven moesten worden gereconstrueerd. Doordat lang geleden het dak van het complex is ingestort waren de meeste beelden in honderden stukken gebroken. Het uitzoeken welke scherf bij welk beeld behoort en waar deze geplaatst moet worden is een bijzonder moeizaam karwei. Een ander groot probleem is het voorkomen dat de nog aanwezige beschildering loslaat en geheel verdwijnt.

In 1987 werden het mausoleum en het terracottaleger door de UNESCO opgenomen op de 'lijst van werelderfgoederen', omdat zij gerekend moeten worden tot de belangrijkste culturele voortbrengselen van de mensheid.

In Weishan (oostelijke Chinese provincie Shandong) is in 2002, nabij de tombe van een locale heerser, een honderdtal terracotta beelden van ruiters en voetsoldaten gevonden. De beelden stammen waarschijnlijk uit de Han periode (206 v.Chr. - 3de eeuw n.Chr.). Door deze vondst zijn dus nu drie terracotta legers bekend:

* Het in 1974 in Xiyang gevonden leger uit de Qin tijd
* Het in 1965 in Yangjitawan gevonden leger uit de Han tijd
* Het in 2002 in Weishan gevonden leger dat eveneens uit de Han tijd stamt

Gemaakt: 10-08-05

colofon