1721

Pompeji en Herculaneum (79 n. Chr.) 1

Pompeji, een welvarende provinciestadje met naar schatting zo’n vijftienduizend inwoners en een oppervlakte van ca. 65 hectare, was in de zesde eeuw voor Chr. gesticht door de stammen die Campanië bevolkten. 

Het was gelegen aan de baai van Napels (in de Romeinse tijd het mondaine Neapolis), op acht kilometer ten zuiden van de vulkaan Monte Somma, de voorganger, of beter nog: de moeder van de Vesuvius (de Vesuvius ontstond eigenlijk pas ca 160 na Chr. uit de caldera van de Monte Somma), en beleefde in het begin van de eerste eeuw na Chr. zijn bloeiperiode. Rijke Campaniërs en veteranen van de Romeinse legioenen bouwden er hun huizen, kooplieden en ondernemers werden aangetrokken door de haven en de landbouw door de vruchtbare (lava-)grond. 

rechts: de krater van de Vesuvius

Tot dicht bij de kraterrand hadden de boeren wijnstruiken en fruitbomen geplant. Aan de voet van de vulkaan lagen bloeiende stadjes en prachtige villa's. Voor de Romeinen was dit land van wijn en rozen een zeer geliefde vakantiestreek. 

Pompeji was negentien jaar voor de fatale uitbarsting gewaarschuwd. Een kleinere uitbarsting van de Monte Somma had delen van de stad verwoest. In '63 na Chr. was er een verschrikkelijke aardbeving, waardoor Pompei al gedeeltelijk vernield werd. De inwoners waren volop bezig de schade te herstellen. Op 24 augustus van het jaar 79 kwam het leven in Pompeji abrupt tot stilstand. 

De uitbarsting begon met een geweldige rookzuil die opsteeg uit de mond van de krater. Vanaf één uur 's middags kwam er uit een vulkanische wolk een onophoudelijke regen van as en puim. Zeven uur later, toen al tal van daken onder het opeengehoopte materiaal waren bezweken, volgden zwaardere grijze puimstenen. De volgende morgen, tussen half acht en acht uur, maakten drie pyroclastische stormen van gas en fijne assen (met een temperatuur van 400 graden Celsius) die met lawine-geweld van de helling afkwamen, in enkele minuten een eind aan al het leven dat er in Pompeji nog over was. De stad werd bedolven onder vijf meter dikke vulkanische uitwerpselen.
Pyroclastische uitstromingen zijn mengsels van hete gassen en as die in een razende snelheid langs de hellingen van een vulkaan naar beneden kunnen komen. Pyroclastische uitstromingen zijn zo heet en verstikkend dat als je er in een terecht zou komen je dat beslist niet na zou vertellen. Ze bewegen zich zo snel voort ( met zo'n 100- 200 km. per uur) dat er niet tegen op te rennen valt. Als je weet dat een vulkaan mogelijk pyroclastische uitstromingen zou kunnen produceren en hij staat op uitbarsten, dan is er maar een remedie: wegwezen. en iedereen in de buurt laten evacueren.

Pompeji en Herculaneum 2

laatst bijgewerkt: 26-11-03

Colofon