1723

Herculaneum (79 n. Chr.)

Terwijl Pompeji, ten zuidoosten van de Vesuvius al op de middag van 24 augustus getroffen werd door een onophoudelijke stortbui van puimsteen en as, bereikte de uitstoot van de paddestoelwolk pas 's avonds het meer westelijk gelegen Herculaneum. In de loop van de namiddag scharrelden vluchtelingen uit Herculaneum hun meest waardevolle bezittingen bijeen en vluchtten onder begeleiding van een militair in de richting van het strand. Echt wegkomen was er niet bij: de bootjes bleken niet bestand tegen de kolkende zee. Op het strand hield de militair de wacht. Omstreeks een uur in de nacht sloeg het geweld van de eerste pyroclastische wolk van 400 graden Celsius noodlottig toe. De 300 vluchtelingen stierven een gewisse dood. Bij het aanschouwen van de afgietsels in siliconen krijgt de catastrofe een heus gezicht. Mensen gristen in de verwarring hun kostbaarste spullen mee. Bij de skeletten werden huissleutels, juwelen, zegelringen, amuletten en werkinstrumenten als het koffertje van een arts aangetroffen. 

Een dag later na de uitbarsting werd het villadorp Herculaneum door een stroom van modder en lava. De inwoners van Herculaneum die hun toevlucht hadden gezocht in de boothuizen aan het strand van de Golf van Napels, waren daar allerminst veilig. 12 uur na de uitbarsting denderde een golf gloeiend hete vulkaangassen en as, opgewekt door de instortende vulkaanmond, omlaag. In tegenstelling tot de volgende stromen richtte deze stroom in Herculaneum, waaruit intussen iedereen was weggevlucht, geen verwoestingen aan. Aan de kust viel de stroom vervolgens van de 20 meter hoge rotswand omlaag op het strand.

In die rotswand bevonden zich twaalf nissen die dienst deden als boothuizen. Hierin hadden driehonderd mensen hun toevlucht gezocht. Voor ze het goed en wel beseften had de aswolk van 500 graden hen verzwolgen en gedood. Enkele seconden later was de aswolk zover afgekoeld dat hij min of meer implodeerde en de lichamen bedolf, zodat hun houding werd geconserveerd. Intussen was het meeste van de weke delen (spieren en organen) verdamt. In totaal 80 intacte skeletten zijn door onderzoekers opgegraven. Uit niets blijkt dat zij dor het natuurgeweld opzij zijn gesmeten, zelfs maakten de slachtoffers geen afwerend gebaar tegen het naderende onheil. (Nature; 12 april 2001).

In 1709 werd Herculaneum bij toeval ontdekt toen arbeiders tijdens het graven van een put geheel toevallig op het toneel van een antiek theater stootten. Nu, zovele jaren later, wordt nog steeds gedolven in deze schatkamer van de antieke wereld. Niet zelden zijn de vondsten spectaculair. Zoals die van 1980 toen twintig volwassenen, drie jongelingen, twee kinderen en zeven baby's werden ontdekt onder de tongewelven aan het strand bij Herculaneum. Die gewelven, waaronder de vluchtelingen zich verscholen, waren bedoeld om boten te stallen en als afvoer van riolen. 

laatst bijgewerkt: 05-01-07

Colofon