874 |
Rotstekeningen (38.000 - 12.000 jaar geleden) |
![]() |
![]() De rotstekeningen in de grot van Chauvet in de Franse Ardèche werden ontdekt in 1994. Het zijn de oudste tot nu toe gevonden tekeningen en zijn ca. 38.000 jaar geleden gemaakt, niet, zoals men aanvankelijk dacht door Cro-Magnon jagers, maar door Neanderthalers. De Cro-Magnon jagers verschenen pas ca. 28.000 jaar geleden in Zuid-Europa. |
![]() |
Foto's linksboven, links en rechts: tekeningen in de Franse Chauvet grot – zo’n 38.000 jaar oud. | ![]() |
![]() |
De oudste tekeningen van de in 1991 ontdekte Zuid-Franse Cosquer-grot bij Marseille, die alleen onder water te bereiken is, moeten zijn. De schildering van het hert uit deze grot (foto links) is ca. 19.000 jaar jar oud.
Rechts: handen, ca. 27.000 jaar oud (Cosquer-grot) |
![]() |
![]() |
De beroemdste grotschilderingen zijn die van Lascaux in Frankrijk (foto links). De grotten in dit gebied werden tussen 28.000 en 15.000 jaar geleden door de Cro-magnon-jagers gebruikt.
Ook in de Pyreneeén zijn grotschilderingen gevonden, nl. in de Grotte de Niaux, ten zuiden van Foix. Deze zijn gedateerd op 13.000 jaar oud. Op de wanden zijn hier prachtig bewaard gebleven schilderingen te zien van bizons, paarden en gemzen. De grotschilderingen van Lascaux en Niaux behoren tot de Magdalénien-cultuur. |
![]() |
Verder zijn er grotschilderingen van de Cro-magnon-jagers gevonden Altamira (Noord Spanje), in Turkije en Marokko. De grot in Altamira, die werd ontdekt in 1879, werd decennia lang voor een vervalsing gehouden. Die konden eenvoudigweg niet 15.000 jaar oud zijn. De toenmalige archeologen namen niet eens de moeite om met eigen ogen te gaan kijken. Tussen 35.000 - 16.000 jaar geleden was het in het noorden van Europa zo bitter koud geworden, dat daar geen mensen meer konden leven. De Cro-Magnon-jagers trokken toen naar Zuid-Frankrijk en Spanje, waar het klimaat aangenamer was en leefden daar in tamelijk grote groepen in grotten in de rotsen of in hutten op de steppe. De grot van Altamira ligt bij het dorp Santillana del Mar, 30 km ten westen van Santander. In deze 270 meter lange grot waarvan de hoogte varieert van 2 tot 6 meter zijn 150 tekeningen afgebeeld van bizons, paarden, herten en everzwijnen. Ook zijn er handafdrukken gevonden. De ouderdom wordt geschat op 15.000 jaar. De kleuren zijn zwart, oker en rood en de kunstenaars maakten dankbaar gebruik van de welvingen van de rotswand om hun schilderingen een extra dimensie te geven.
In de grot die in 1868 werd ontdekt door een jachthond die in een spleet sukkelde bij een vossenjacht werd ook een enorme hoeveelheid prehistorische wapens en werktuigen gewonden: vuistbijlen, pijlpunten, messen, naalden enz. |
![]() |
Ook in ons land zijn grotschilderingen ontdekt: in een grot in Zuid-Limburg. Meestal zijn er op de wanden van de grotten dieren afgebeeld. Vaak waren dat paarden en bizons, maar ook herten, mammoets, steenbokken, rendieren, geiten, neushoorns en wilde zwijnen. Waarom de mammoetjagers deze schilderingen maakten weten we niet helemaal zeker. Het zou een uiting kunnen zijn van vruchtbaarheids- of jachtmagie, of het gevolg van "sjamanentrance". De tekeningen zouden een ingewikkelde symbolische structuur uitbeelden, ze zouden functioneren als informatiedragers, als een soort hulpmiddelen van het geheugen. Volgens sommige geleerden werden ze geschilderd om bij goden succes bij de jacht af te dwingen. Maar misschien hadden de afbeeldingen van bepaalde dieren wel een magische betekenis, misschien werden zij wel vereerd als een soort goden. laatst bijgewerkt: 14-01-07 |