| |
 Amenhotep lV - Achnaton (1350 - 1334)
Achetaton (El-Amarna) = "Horizon van Aton (de Zonneschijf)" of "Lichtstad van Aton". De stad verrees als een paddestoel uit de grond. Dit ging erg vlug, want Achnaton en zijn vrouw Nofretete dreven de arbeiders voort met al de vurigheid van godsdienstfanatici. Achetaton werd weliswaar een stad met paleizen, tempels en prachtige regeringsgebouwen, maar was eigenlijk ondeugdelijk - ruwe steen met daarover een dunne bekleding met van met leem bepleisterde steen, zodat het geheel eruit zag als kalksteen. Doordat de werklui, waaronder ook veel soldaten, in grote massa naar de stad werden gebracht, konden Achnaton en Nofretete binnen twee jaar hun intrek nemen in hun nieuwe paleis en voor zover wij weten hebben zij de stad nog niet voor een dag verlaten. Maar zelfs al was veel in zeven haasten gemaakt, toch zag de stad er met haar brede straten en grote gebouwen erg indrukwekkend uit. Dwars door de stad liep de Koninklijke Weg, die in het midden van de stad overspannen werd door een brug, waarop de farao zich vertoonde aan het volk. Aan deze weg lagen aan de ene kant het Grote Paleis, het Koninklijk Verblijf, de Koningszaal en het Stadhuis en aan de andere kant de Koninklijke Magazijnen, de Koninklijke Tempel en de Grote Tempel met reeksen zuilengalerijen en binnenplaatsen. Op het terrein van de Grote Tempel lag het Slachthuis. Via een poort bereikte men vanaf het enorme tempelplein het Heiligdom. Bij de bouw van werden op grote schaal soldaten ingezet. Omdat de Nijl belangrijk was als verkeersroute en als watervoorraad voor kanalen en putten, moest de stad lang en smal zijn. Centraal lag het centrum van de stad met noordelijk een voorstad en buitenwijken, en zuidelijk eveneens een voorstad en het prachtige Paleis van het Zuidelijke Bassin. In de woestijn, tussen de stad en de oostelijke kliffen lag een arbeidersdorp. De graven van de doden werden in de oostelijke kliffen uitgehouwen. Langs de rivier lagen groene tuinen, hoewel er ook enkele grote huizen tot aan de rand van het water waren gebouwd. Er waren veel scheepswerven en ligplaatsen voor de schepen en de vlotten. Het was er een komen en gaan van schepen, volgeladen met de oogst van de bouwlanden op de westelijke oever
laatst bijgewerkt: 16-05-01
colofon
|
