774 |
Soemerische koningsgraven (2800 - 2334 v. Chr.) |
![]() |
![]() |
Dat de welvaart in de Soemerische stadsstaten tussen 2800 - 2334 jaar voor Chr. door de bloeiende handel en nijverheid enorm toenam, blijkt o.a. uit de grafgiften in de Koningsgraven van Ur, Kisj en Mari. Behalve voorwerpen zijn er ook de lichamen gevonden van de mensen die geofferd werden. In één van de grafkamers kon men het lichaam dat op een houtenbaar lag, identificeren: koningin |
![]() |
![]() ![]() |
Aan elke naald was een kleine lazuurstenen rolzegel bevestigd met de naam Pu-abi. Amuletten in de vorm van vissen, een kalf en een gazelle lagen naast haar armen. Naast de koningin lag ook nog een diadeem met gouden versieringen in de vorm van gazellen, stieren met een baard, rammen en herten. Overal om haar heen lag gouden, zilveren en stenen vaatwerk. Links: Twee van de tien ringen die om de vingers van Pu-abi zaten Gouden amulet en cilinderzegel van lapis lazulli, gevonden in het graf van Pu-abi. |
![]() |
![]() |
laatst bijgewerkt: 30-01-07 |