1702

De eerste boeren in Peru (ca. 3000 - 1000 v. Chr.) 

Cloviscultuur (9500 - 3000 v. Chr.)
± 2600 v. Chr. ontstond in de Supe-vallei in Peru de tot nu toe oudste stad van het Amerikaanse continent: Caral. Deze stad - 200 kilometer ten noorden van Lima - maak deel uit van een serie van achttien opgravingplaatsen en bestond uit monumentale stenen constructies, wooncomplexen tot zes verdiepingen hoog, pleinen voor ceremoniële doeleinden en een geavanceerd systeem voor irrigatie. Het aantal inwoners moet in de duizenden hebben gelopen, wat wijst op een beschaving met een sterk gezag. De eerste opgravingen in Caral dateren al van 1905, maar de betekenis ervan is pas onlangs (Science, april 2001) duidelijk geworden. Aanvankelijk dachten archeologen dat Caral ongeveer 1500 voor Chr. was gebouwd. De bewoners verbouwden peper, bonen, avocado's en aardappels, welke gewassen werden geroosterd omdat de beschaving van Caral nog niet over aardewerken potten beschikte om ze te koken. Ook ansjovis en sardientjes werden veel gegeten, wellicht ook in gedroogde vorm omdat er nog geen graan was.  
Omdat de stad tien meter boven de Supe-rivier lag en er weinig neerslag viel, werd gebruik gemaakt van irrigatie. Caral, zo blijkt uit het dateringonderzoek, ontwikkelde zich parallel aan de kleinere nederzettingen aan de kust. De gangbare opvatting onder archeologen was dat de grotere steden later kwamen.

Gemaakt: 03-04-03; laatst bijgewerkt: 11-01-07

colofon