11.643 | Thailand (Siam) (1782 - 1809) |
![]() |
![]() |
Europese koloniale mogendheden vormden een bedreiging in de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw, maar Thailand wist als enige land in Zuidoost Azië kolonisatie te voorkomen. Na het einde van de absolute monarchie in 1932 werd Thailand zestig jaar lang vrijwel voortdurend bestuurd door een militaire dictatuur totdat een parlementaire democratie werd gevestigd.
Na de val van de stad en daarmee het koninkrijk Ayutthaya had Thong Duang zich aangesloten bij het leger van Taksin om te helpen de Burmezen te verdrijven. Hij kreeg hierdoor de titel Chao Phraya Chakri (Chakri wordt de latere naam van de dynastie) toebedeeld. De naam Buddha Yodfa Chulaloke kreeg hij postuum van koning Rama III. Als Taksin's generaal veroverde hij de stad Vientiane in 1778 en onderwierp het koninkrijk Vientianne, hij maakte het tot een vazalstaat van het nieuwe koninkrijk Siam. Hij nam ook de Boeddha van smaragd (Pra Keaw) mee naar Thonburi. In 1782 werd zijn vriend koning Taksin gek verklaard en ter dood veroordeeld. Thong Duang nam hierop de macht over en vestigde de Chakri-dynastie. Hij werd gekroond op 6 april 1782 een datum die ook nu nog een officiële feestdag is in Thailand. |
![]() |
Thonburi was de hoofdstad van Thailand tijdens de heerschappij van koning Taksin, nadat de oude hoofdstad Ayutthaya door de Birmezen was veroverd en verwoest . Koning Rama I verplaatste de hoofdstad in 1782 naar Bangkok aan de andere kant van de Menam rivier (Chao Phraya rivier). Dit deed hij omdat hij vond dat de ligging van Thonburi kwetsbaar was voor Burmese aanvallen. Thonburi bleef een separate stad en provincie en werd pas in 1972 met Bangkok samengevoegd.
Tussen 1790 en 1800 werden de Burmezen verdreven uit Siam, zoals het land nu genoemd werd. Tijdens zijn bewind breidde Rama l Siam uit totdat het heel hedendaags Thailand, Laos en delen van Myanmar, Cambodja en de hedendaagse Maleisische staat Kedah omvatte. Lanna werd bevrijd van Burmese bezetting, maar de koning van de nieuwe dynastie was een marionet van de koning van Siam. Rattanakosin is de naam die de Thais geven aan de periode waarin koningen Thailand regeerden vanuit Rattanakosin eiland in Bangkok (1782 - 1932). Koning Rama I herstelde veel van het sociale en politieke systeem van het koninkrijk Ayutthaya, vaardigde nieuwe wetten uit, herstelde hofceremonies en legde discipline op aan de Boeddhistische monnikenorders. Zijn regering bestond uit zes grote ministeries met aan het hoofd elk een koninklijke prins. Vier van deze bestuurden een deel van het territorium van de staat: de Kalahom het zuiden; de Mahatthai het noorden en oosten; de Phrakhlang het gebied direct ten zuiden van de hoofdstad; en de Krommueang het gebied rond Bangkok. De andere twee waren het ministerie van landbouw (Krom Na) en het ministerie van het koninklijk paleis (Krom Wang). Het leger werd geleid door de Uparat, de broer en plaatsvervanger van de koning. Ook besteedde hij tijd aan het redden van belangrijke oude teksten en beelden die veelal verloren waren gegaan bij de val van Ayutthaya. Hier bouwde hij een nieuwe tempel, de Wat Pra Keaw om het beeld van de Boeddha van smaragd te huizen. Naast de tempel bouwde hij ook een nieuw koninklijk paleis. Hij schreef ook een nieuw wetboek, het boek van de 3 zegelen. Literatuur was een grote passie van de koning en hij schreef dan ook een Thaise versie van het Ramayana epos, de Ramakien. |
![]() |
De koninklijke tempel Wat Phra Kaew op Rattakanosin (eiland) in Bangkok |
In 1785 vielen de Burmezen Siam weer binnen, omdat ze in de chaos die was ontstaan na de omverwerping van koning Taksin hun kans roken. Rama moest toestaan dat de Burmezen het noorden en het zuiden bezetten, maar de uparat leidde het Siamese leger naar de klassieke invasieroute over de Drie pagoden pas en versloeg de Burmezen in een veldslag bij Kanchanaburi. Dit was de laatste grote Burmese invasie van Siam, hoewel nog in 1802 Burmese troepen verdreven moesten worden uit Lanna in het noorden. Rama I had vele vrouwen, zijn 28e vrouw was prinses Dungsukri (Thongsuk), de dochter van koning Inthavong van het koninkrijk Vientianne. Hij stierf op 7 september 1809 en werd opgevolgd door zijn zoon prins Isarasundom, koning Rama II |
![]() |
Links: Koninklijk paleis in Bangkok |
Gemaakt: 16-02-06 |