5503 |
Maastricht (1500 - 1806) |
![]() |
![]() |
Na een hoogtepunt bereikt te hebben rond 1530, kreeg Maastricht een aantal harde klappen te verwerken. Internationale gebeurtenissen bepaalden steeds meer het lot van de stad. De Reformatie veroorzaakte godsdiensttwisten, terwijl de opstand van de noordelijke provincies tegen de Spaanse overheersing oorlog bracht. In 1576 brak er te Maastricht een opstand uit tegen de Spanjaarden maar het oproer werd niets ontziend neergeslagen. Een korte wapenstilstand tussen de opstandige provincies en de Spanjaarden veroorzaakte een tijdelijke terugtocht van de bezettingstroepen. Maar toen Maastricht weer naar de andere zijde overging, maakten de Spanjaarden zich op om voor eens en altijd het verzet te vernietigen. Alexander Farnese, hertog van Parma, werd gezonden om de stad tot afschrikwekkend voorbeeld te stellen. In maart 1579 sloegen de Spaanse troepen het beleg voor Maastricht. Het garnizoen en de burgerbevolking hielden het vier maanden uit, hopend te worden ontzet door de legers van Willem van Oranje. Op 29 juni 1579 echter werd de stad na hevige gevechten rond de Brusselsepoort onder de voet gelopen. Spaanse troepen raasden moordend en plunderend door de straten. Plannen om burgers naar Wyck te evacueren en daar stand te houden liepen tragisch af, toen de houten overspanning aan de Wyckerzijde van de brug te vroeg vernietigd werd, waardoor veel mensen in de rivier vielen en verdronken. Het uiteindelijke verlies, dat de stad leed door deze tweede Spaanse Furie, bedroeg vele honderden doden op een geschatte bevolking van 10.000. Het Spaanse beleg en de inname van de stad in 1579 hadden Maastricht een zware slag toegebracht en het herstel daarna vorderde maar langzaam. De voornaamste rol van Maastricht werd nu die van garnizoensplaats. De overwinning van Frederik Hendrik had een zekere mate van stabiliteit gebracht en werd het begin van een periode, waarin protestanten en katholieken erin slaagden op redelijk harmonieuze wijze naast elkaar te leven. Zoals reeds gezegd, werd deze vrede periodiek onderbroken door oorlogen met de Fransen. Men deed alle moeite om de verdedigingswerken van de stad te moderniseren en er vonden ook veel particuliere bouwactiviteiten plaats. Geleidelijk verdween het middeleeuws aanzien van de stad: ruime stenen huizen vervingen woningen van hout en mergel, leien daken namen de plaats in van riet. Riolering en straatverlichting maakten de straten aangenamer en veiliger. Stadsverordeningen weerden sommige bedrijven teneinde brandgevaar tegen te gaan. Burgers werd niet langer toegestaan dieren te weiden of land te bewerken binnen de stadsmuren. Grote bouwprojecten werden ondernomen: het fraaie nieuwe stadhuis werd in 1662 opgeleverd, de achthoekige toren in 1684. Vier nieuwe classicistische en barokke kerken werden in deze periode gebouwd: de Augustijnen-, de Bonnefanten-, de Jezuïeten- en de tweede Minderbroederskerk. In de achttiende eeuw had men een passie voor alles, wat Frans was: toneel, literatuur, filosofie en architectuur hadden elk hun invloed op de stad. De beste weergave van de stad voor de Franse revolutie is de schitterende maquette, die in 1752 voor Lodewijk XV vervaardigd werd. Ieder gebouw is tot in details weergegeven. Een kopie van deze maquette is te bezichtigen in het Bonnefantenmuseum. De Franse revolutie van 1789 deed Europa op zijn grondvesten schudden. De schokgolven bereikten spoedig Maastricht, dat in 1794 ingenomen werd door de Franse generaal Kléber. De bezetting bracht een nieuwe politieke ideologie en een nieuwe regeringsstijl. De Fransen vaagden binnen een paar jaar eeuwenoude tradities weg, maakten een eind aan de tweeherigheid en sloten talrijke kerken en kloosters. De rijkdommen en bezittingen van de geestelijkheid werden in beslag genomen en veel kerkelijke gebouwen kregen publieke of militaire functies. Opgenomen in de Franse staat moest Maastricht de revolutionaire en de Napoleontische oorlogen mede financieren. Toen de stad in 1632 door Frederik Hendrik op de Spanjaarden veroverd werd, gingen de nog altijd met de prinsbisschop van Luik gedeelde rechten over op de Staten-Generaal van de republiek der Verenigde Nederlanden. |
Maastricht: monumentaal stadhuis, geheel vrij gelegen op de Markt waardoor het op nadrukkelijke wijze de omgeving beheerst. Gebouwd naar ontwerp van Pieter Post in 1659, met het stadhuis van Amsterdam als voorbeeld. De betekenis is gelegen in de imposante voorgevel met portiek en pilasterstellingen en de interieurs die rond een "plein", dat uit twee vakken bestaat - dat verklaard wordt uit de twee-herigheid van deze stad - zijn gegroepeerd en ondanks dat ze van één hand zijn, geheel andere karakteristieken vertonen, resp. lichtvoetig en resp. zwaar en ingetogen. Waardevolle elementen in de vertrekken zijn onder andere allegorische schilderingen van Th. van der Schuer, goudleren behangsels en verschillend.
Door de Staten-Generaal werden twee pogingen (1592 en 1594) gedaan om Maastricht weer in te nemen, maar beide mislukten. De stad bleef in Spaanse handen tot ze in 1632 heroverd werd door Frederik Hendrik. Zowel in 1579 als in 1632 maakten de legers gebruik van nieuwe aanvals- en verdedigingstechnieken. De belangrijkste nieuwigheid was het graven van tunnels onder de verdedigingswerken en het daar plaatsen van explosieven om bressen in de omwalling te slaan. De verdedigers reageerden met het uitgraven van mijngalerijen voor de ommuring, die ze opbliezen, zodra de vijand dicht genoeg genaderd was. Beide zijden maakten ook gebruik van luistergalerijen om elkaars bewegingen te volgen. Na 1632 werden de vestingwerken van Maastricht grondig gewijzigd. Een ring van nieuwe verdedigingswerken, de buitenwerken, werd aangelegd. Telkens wanneer de internationale spanning of oorlogsdreiging steeg, werden de vestingwerken haastig hersteld en gemoderniseerd, maar na ieder vredesverdrag raakten ze weer in verval. Zo werden de verdedigingswerken na de Vrede van Munster in 1648 verwaarloosd, maar toen in 1672 een Franse invasie dreigde (Rampjaar (1672), werd het herstel snel ter hand genomen. Het jaar daarop werd Maastricht aangevallen. Het beleg werd geleid door Lodewijk XIV in eigen persoon teneinde zijn kunnen te tonen. Tijdens de bestorming van het hoornwerk bij de Tongersepoort sneuvelde de musketier d'Artagnan. De Fransen hielden de stad zes jaar bezet en leverden in die periode hun eigen bijdrage aan de verdedigingswerken rond de stad. Ze vertrokken in 1678, maar keerden zeventig jaar later -in 1748- tijdens de Oostenrijkse successieoorlog terug.
Gemaakt: 31-01-04 |