2931 |
Jeanne d'Arc |
![]() Als kind verschilde Jeanne niet veel van andere kinderen. Ze speelde dezelfde spelletjes en zwierf door de lieflijke bossen en velden, die vandaag nog het dorpje Domrémy omringen. Ze werkte op de boerderij van haar vader, zorgde voor het vee en leerde op de winteravonden spinnen en naaien. Jeanne was een rustig, vroom meisje. Ze hield ervan om met haar ouders naar de kerk te gaan. Soms als de andere kinderen speelden en lachten op het dorpsplein zat zij helemaal alleen in de dorpskerk. Natuurlijk vonden de andere kinderen dat raar, maar Jeanne was een sterk en gezond meisje, dat deed wat ze zelf wilde. Jeanne was in haar dorp erg geliefd. Ze was bescheiden en eenvoudig. Ze werkte, hielp, schoffelde in de tuin en deed het werk dat in huis nodig was. |
![]() |
Toen Jeanne dertien jaar was, was ze in de tuin aan het werk. Toen de kerkklokken begonnen te luiden meende ze dat zij stemmen hoorde die tot haar spraken. Ze was eerst erg bang, maar de stemmen waren heel vriendelijk. Ze vroegen haar om altijd een goed meisje te blijven en vaak naar de kerk te gaan. Al spoedig begon Jeanne vreemde visioenen te zien als ze luisterde naar de stemmen. Eerst was het alsof ze alles door een nevel zag. Maar later - zo vertelde zij - waren de beelden even duidelijk als de wat ze normaal zag. Jeanne begon van de stemmen te houden en was erg verdrietig als ze weer verdwenen. Toen Jeanne 16 jaar was begonnen de visioenen te lijken op de engel St. Michael en de beschermheiligen van Lotharingen: St. Catharina en St. Margaretha. Zij hadden een nieuwe boodschap voor haar. Zij vertelden dat ze de redder van haar land moest worden door de Engelsen de zee in te drijven, het Franse leger naar de overwinning te voeren en de jonge koning Karel Vll in Reims te kronen. |
Het leek onmogelijk dat een eenvoudig boerenmeisje iets zou kunnen doen tegen de duizenden ruwe Engelse soldaten, die het land terroriseerden. Jeanne weigerde te geloven wat de stemmen haar vertelden. Maar er was al eens lang geleden door iemand voorspeld dat dat een meisje uit Lotharingen Frankrijk zou redden. Waarschijnlijk had Jeanne ook van deze voorspelling gehoord en als ze naar de klokken luisterde, begon zij zich zelf als het uitverkoren meisje te beschouwen.
De stad Orléans werd door de Engelsen met 10.000 man belegerd. Als deze stad zich zou overgeven, lag de weg naar de verovering van heel Zuid-Frankrijk voor de Engelsen open. Jeannes stemmen zeiden haar, dat zij naar de stad Orléans moest gaan om deze te ontzetten door de Engelsen te verjagen. |
Eerst was ze verbijsterd en diep ongelukkig. Ze ging naar haar vader, die een vooraanstaand man was in het dorp. Hij lachte om haar en zei haar dat ze niet zo gek moest doen. Jeanne ging om het vee te verzorgen en te werken op het land, maar de stemmen gingen door om haar tot daden aan te zetten. Weer ging ze naar haar vader. Nu werd hij boos en zei dat hij haar liever met zijn eigen handen zou verdrinken dan haar zo iets dwaas te laten doen. Natuurlijk meende hij dat niet echt, maar boos was hij wel, want in zijn ogen was Jeanne dom en zondig.
Jeanne was een erg vroom meisje. Ze geloofde vast dat God door deze stemmen tot haar sprak en durfde hen niet ongehoorzaam te zijn. Jeanne besloot naar de stad Vaucouleurs te gaan, die ongeveer 18 kilometer van Domrémy lag. Daar woonde een Frans edelman, Robert de Baudricourt. Aan hem wilde zij hulp vragen. Ze wist dat haar vader dat nooit goed zou vinden en daarom ging ze eerst naar een dorpje dat dicht bij Vaucouleurs lag om bij Laxart, een familielid van haar moeder, te logeren. Aan hem vertelde Jeanne wat de stemmen haar hadden opgedragen. Hij weifelde, maar Jeanne hield vol. Tenslotte besloot hij haar naar Baudricourt te brengen. Robert de Baudricourt wilde niets met Jeanne te maken hebben. Sluit haar oren en stuur haar naar huis, zei hij tegen Laxart. Maar Jeanne liet zich niet wegsturen. De Franse soldaten werden overal door de Engelsen verslagen. Er moest iets gedaan worden en de Baudricourt begon zich af te vragen of Jeannes stemmen misschien toch de waarheid spraken. Misschien, dacht de Baudricourt, zou het de Franse soldaten weer moed geven als zij wilden geloven dat Jeanne door de Hemel gezonden was om hen aan te voeren. Het Franse garnizoen in Orléans stond op het punt - door honger gedreven - zich over te geven aan de Engelse. laatst bijgewerkt: 03-12-05 |