|
Denemarken (1000 - 1100)
Erik l Ejegod (1095-1103)
Erik I, een zoon van koning Svend Estridsen en Gunhild Svendsdatter, bijgenaamd Erik Ejegod ("Erik Immergoed"), volgde zijn broer Olaf l Hunger op als koning van Denemarken. Hij trouwde met Bodil Thurgotsdatter.
Hij was geboren in Slangerup, in het noorden van Seeland en was een trouwe aanhanger van koning Knut IV de Heilige (1080 - 1086), toen deze op de Deense troon zat. Hij was in het gevolg van Knoet IV toen deze in Odense door rebellen werd verslagen. Erik vluchtte naar Zweden en leefde daar totdat hij zelf tot koning werd gekozen. Middeleeuwse kronieken (bijvoorbeeld die van Saxo Grammaticus) en mythen beschrijven hem als een stevige vent die populair was bij het gewone volk, een luide man die van feesten hield en er een losbandig leven op na hield. Alhoewel hij een voorstander was van sterk koninklijk gezag, schijnt hij zich in verschillende situaties als een diplomaat te hebben gedragen om conflicten met boeren te vermijden. Bij een bezoek aan de paus in Rome lukte het hem om Knut IV heilig verklaard te krijgen. Tevens verkreeg hij een bisschopszetel voor Denemarken, zodat het land niet meer onder het aartsbisdom Hamburg-Bremen viel en werd het een afzonderlijke kerkprovincie. De eerste aartsbisschop van Denemarken vestigde zich in Lund.
Erik I stierf in Paphos, op Cyprus tijdens een bedevaart naar Jeruzalem als eerste koning nadat de stad was veroverd in de Eerste Kruistocht. Volgens verhalen zou zijn echtgenote Boedil het Beloofde Land wel bereikt hebben, maar gestorven zijn op de Olijfberg.
Erik I had één dochter, Ragnhilde (de moeder van koning Erik III), en vier zonen: Knut Lavard (hertog van Sleeswijk (1119-1130), Harald Kesja (de vader van Olaf II en tegenkoning van Erik III), Erik II en Benedikt. Knut, de oudste, was een populaire Deense prins, die op 7 januari 1131 werd vermoord door zijn neef Magnus, zoon van koning Niels omdat Knut een bedreiging vormde voor zijn eigen troonopvolging. De moord op de populaire prins gebeurde enkele dagen vóór de geboorte van zijn zoon Valdemar, die later koning van Denemarken zou worden.
Niels (1104-1134)
Niels of Nicolaas, waarschijnlijk de jongste zoon van koning Svend Estridsen, volgde zijn broer Erik I op als koning van Denemarken. Vier oudere broers (Harald III, Knoet IV, Olaf I en Erik I) hadden vóór Niels op de Deense troon gezeten, toen hij een jaar na de dood van Erik I, die stierf tijdens een bedevaart naar Jeruzalem, tot koning werd gekozen. Niels was koning in een tijd van vrede en enkele bronnen uit de 12e eeuw geven aan dat hij bij bijna iedereen geliefd was, hoewel enkelen binnen het leger het niet eens waren met zijn besluit lijfstraffen te vervangen door een moderner rechtssysteem. Hij trouwde met Margaretha, prinses van Zweden, en zij kregen een zoon, Magnus, die vijf jaar koning in Zweden zou zijn (1125-1130) en daarna de troon in Denemarken, zonder succes, zou claimen. Niels werd in 1134 verslagen in de slag van Fodevig (Fotevik) door Erik.
Erik ll Emune (1134-1137)
Erik II, bijgenaamd Erik Emune (de Onvergetelijke) was een buitenechtelijke zoon van Erik I Immergoed. Erik trouwde in 1130 met Malmfrid, dochter van grootvorst Mastislav I van Kiev en prinses Christina Ingesdotter (dochter van Inge I van Zweden en Helena). Erik II was ook een halfbroer van Knut Lavard de vader van de latere koning Waldemar (I).
Erik II was een harde en impopulaire heerser. In 1137 op de Urnehoved-Ding zou een lokale edelman, Sorteplov genaamd, hem neersteken. Volgens een legende zou Sorteplov toestemming hebben gevraagd om Erik te mogen spreken. Hij zou op Erik toegelopen zijn met een speer in zijn hand met op de pijlpunt een blok hout (kefli) ter bescherming van de punt. Vermoedend, en in de hoop op, dat Erik onder zijn tenue geen pantserhemd zou dragen trapte hij de kefli van de speer en doorboorde Erik met zijn speer. Eriks neef Erik III, een zoon van Ragnhilde (een dochter van Erik I van Denemarken) en ene Haakon zou de volgende koning van Denemarken worden.
Erik lll Lamm (Lammetje) (1137-1146)
Erik III, of Erik Lamm (Lammetje) had zijn opvoeding op Duitse hoven genoten en was hierdoor sterk beïnvloed door de Duitse cultuur.Hij trouwde met Luitgard (dochter van Markgraaf Rudolf van Salzwedel). Na de moord op zijn oom Erik II in 1137 volgde hij deze op als koning van Denemarken. In het algemeen regeerde hij in een stabiele en vreedzame periode. Slecht enkele jaren, 1139-1141, moest hij zich verdedigen tegen zijn neef Olaf (Oluf) Haraldsen (een zoon van Harald Kejsa, een broer van Ragnhilde) die vanuit Skåne probeerde Erik (III) van de troon te stoten. In 1141 werd Olaf nabij Helsingborg verslagen en gedood. Erik zou in 1146 zelf afstand doen van de troon, de enige abdicatie door een Deense koning ooit. De redenen hiervoor zijn onbekend. Hij zou zich in een vrouwenklooster terugtrekken en nog het zelfde jaar overlijden. Mogelijk dat de ziekte waaraan hij stierf ook de reden was van zijn aftreden. In 1145 werd de nieuwe kathedraal van Lund ingewijd.
Denemarken (1146 - 1202)
laatst bijgewerkt 30-12-07
colofon
|