3853 |
Parthische rijk (Parthia) (91 - 57 v. Chr.) |
![]() |
![]() Gotarzes I was een neef van Gotarzes wordt door historici uit de oudheid niet genoemd. Wat van hem bekend is, weten we door de munten die hij geslagen heeft en uit inscripties gevonden in Babylonië. Dat maakt de datering van zijn regering moeilijk. Sommige historici dateren Gotarzes' regering van 95 tot 90. In dat geval valt heel zijn regering samen met die van Mithridates. Anderen dateren Gotarzes' regering in de periode 90-87 of 90-82/80, dus ook in de periode nadat Mithridates overleden was. In het laatste geval is het mogelijk dat Gotarzes na Mithridates' dood enige tijd over heel het Parthische rijk heeft geregeerd, maar over deze periode in de Parthische geschiedenis is bij gebrek aan bronnen te weinig bekend om harde conclusies te trekken. Wel is duidelijk dat het gebied waarover Gotarzes heerste groter is geweest dan alleen Babylonië, aangezien hij ook in Ekbatana en Rhagae munten liet slaan. |
![]() |
![]() Het gegeven dat Orodes op verschillende munten de titel ΦΙΛΟΠΑΤΡΟΣ (philopatros 'die zijn vader liefheeft') aanneemt, maakt het aannemelijk dat Orodes een zoon was van Mithridates II de Grote. Over deze periode in de Parthische geschiedenis is relatief weinig bekend, doordat deze niet beschreven wordt in literaire bronnen uit de oudheid. Het staan dan ook niet vast wanneer we het begin en het einde van Orodes' regering moeten dateren (de meest gangbare voorstellen zijn ca. 90-80 en ca. 80-76). Evenmin is duidelijk of Orodes de opvolger was van Mithridates II de Grote of juist van Gotarzes I, die als tegenkoning tegen Mithridates regeerde vanuit Babylonië. Dat hij vermoedelijk een zoon was van Mithridates pleit voor het eerste, dat een aantal van zijn munten zijn geslagen in steden die eerder door Gotarzes bestuurd werden, pleit voor het tweede. Vast staat in elk geval dat Orodes bij de zonsverduistering op 11 april 80 v.Chr. regeerde als koning van de Parthen, aangezien hij in verband met deze zonsverduistering wordt genoemd op een inscriptie in Babylonië. Uit gevonden munten blijkt dat er rond 80 v.Chr. nog minstens een andere Parthische koning was, maar die blijkens de troonnaam Arsaces wel tot de dynastie van de Arsaciden (gesticht door Arsaces I (253 - 211 v. Chr.) behoorde. Er zijn nog andersoortige munten gevonden, die meestal aan nog een tweede onbekende troonpretendent uit deze periode worden toegeschreven, omdat munten erg afwijken van de munten die aan Orodes I worden toegeschreven. Vanwege de inscriptie ΘΕΟΠΑΤΩΡΟΣ (theopatóros 'wiens vader een god is') is wel voorgesteld dat ook deze munten aan Orodes I moeten worden toegeschreven, of dat de troonpretendent in kwestie een andere zoon van Mithridates II de Grote is. |
![]() |
![]() Aan het einde van de onrustige decennia in het Parthische Rijk, waarin verschillende troonpretendenten elkaar bestreden, verhief de Scytische stam van de Sacaraucae de inmiddels 80 jaar oude Sinatrukes op de Parthische troon. Hij behoorde tot de Parthische koningsdynastie van de Arsaciden. Meestal neemt men aan dat hij een broer is van Uit de spreiding van plaatsen waar Sinatrukes' munten geslagen werden, blijkt dat hij als eerste koning sinds Mithridates II de Grote weer over (vrijwel?) het gehele Parthische Rijk heerste. Sinatrukes' regering staat in het teken van oorlog met |
![]() |
Toen Aan de Armeense druk kwam pas een einde in 68 v.Chr. Sinatrukes was toen reeds opgevolgd door zijn zoon Phraates III). In dat jaar veroverde de Romeinse generaal Lucius Licinius Lucullus de Armeense stad Nisibis, waardoor de Armeniërs in de verdediging gedwongen werden. Sinatrukes overleed ergens tussen 70 en 68. |
![]() Toen zijn vader Sinatrukes ergens tussen 70 en 68 overleed, volgde Phraates III hem op. Dit was tijdens de Derde Mithridatische Oorlog, waarbij aanvankelijk de Romeinse generaal Toen Phraates zijn vader opvolgde, probeerden Mithridates VI en Tigranes vrede met hem te sluiten en zijn steun te krijgen voor hun strijd tegen de Romeinen. Pompeius was hen echter voor en sloot een vredesverdrag met Phraates. |
![]() |
![]() |
In 66 v.Chr. bracht Phraates accepteerde Pompeius' maatregelen niet en trok in 64 v.Chr. ten strijde tegen de oudere Tigranes van Armenië, daarbij gesteund door een andere zoon van de oudere Tigranes, die gehuwd was met Phraates' dochter. De oudere Tigranes riep echter de hulp van Pompeius in, waardoor ook Phraates zich genoodzaakt zag een delegatie naar Pompeius te sturen. Pompeius wilde zich echter niet in de strijd mengen en beval beide partijen de wapens neer te leggen en vrede te sluiten. Beide partijen legden zich hierbij neer. In 57 v.Chr. werd Phraates vermoord door zijn eigen zoons Orodes II en Mithridates III, die vervolgens met elkaar slaags raakten om de Parthische troon. links: |
laatst bijgewerkt: 27-09-08 |