|
201 |
Stekelhuidigen (Echinodermata) |
De stam der Stekelhuidigen (Echinodermata) ontwikkelde zich uit de Enterocoela (Nieuwmondigen), een onderafdeling van de Bilateria (de bilateraal (tweezijdig) gebouwde Eumetazoa. |
![]() |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Deze wordt onderverdeeld in vier klassen:
Verder behoren ook de Blastoidea, tot deze stam van het dierenrijk. Een ander belangrijk kenmerk van deze groep is het bezit van een watervatsysteem (zie ook Sponzen): een ingenieus stelsel van vaten en vaatjes waarin (zee)water stroomt en waarmee door drukverschillen buisvormig voetjes met zuignapjes kunnen worden "bediend". Tot de Slangsterren, die nauw verwant zijn met de de Zeesterren, behoren de Mandsterren (Euryalidae), die gekenmerkt worden door een rijke vertakkingen van de vijf armen, waarmee zij zich vastklemmen aan vaste voorwerpen en voedsel naar zich toe kunnen halen. Mandsterren worden wegens hun bizarre uiterlijk ook wel Medusahoofden genoemd. Het kan best zijn dat een in het oude Griekenland aangespoelde of door een sponzenvisser opgehaalde mandster de aanleiding was van het ontstaan van de legende van de Gorgonen.
|
|
![]() |
Crinoidea vormen de soortenrijkste en ook de talrijkste klasse uit de groep der gesteelde, armdragende Stekelhuidigen. |
|
![]() |
| Laatst bijgewerkt: 14-03-08 |