4635 |
Amerikaanse Burgeroorlog - 1862 |
|
![]() |
1862: Jaar van tegenslagenBegin 1862, het tweede jaar van de Amerikaanse Burgeroorlog, zag het er niet goed uit voor de Unie. Het Noorden likte zijn wonden na de smadelijke nederlaag bij Bull Run en bereidde zich voor op een langdurige oorlog. Lincoln verving Generaal McDowell door Generaal George B. McClellan en riep nog eens 500.000 vrijwilligers op voor de oorlog. Hij realiseerde zich dat het Noorden groter en sterker was dan het Zuiden en hoopte door deze voordelen te gebruiken de Amerikaanse Burgeroorlog alsnog snel te kunnen beëindigen. In McClellan, een charismatische leider met gigantische organisatietalenten, hoopte Lincoln de juiste man voor deze taak gevonden te hebben. Hij beval McClellan met zijn 150.000 man tellend leger, de Army of the Potomac, zo snel mogelijk in de aanval te gaan en de Amerikaanse Burgeroorlog tot een einde te brengen, maar McClellan bleek één van de grootste twijfelaars op de planeet te zijn. Hij liet zich leiden door schromelijk overdreven rapporten van verkenners, die spraken van een Rebellenleger van 220.000 man (terwijl dat leger niet meer dan 36.000 man groot was) en weigerde aan te vallen. In plaats daarvan eiste hij meer mannen, ruim 270.000. Gedurende de rest van 1862 trainde McClellan zijn leger en bouwde het steeds verder op tot het het Zuidelijke leger met één slag van de tafel kon vegen. Had McClellan nu toegeslagen dan was de Amerikaanse Burgeroorlog afgelopen geweest - maar nog steeds bleef hij twijfelen. Zelfs Lincoln, die bekend stond als een rustig en geduldig man, begon dat geduld nu te verliezen. Toen er in maart 1862 nog steeds niets gebeurd was gaf hij McClellan een direct bevel het leger onmiddellijk naar het Zuiden te laten oprukken. McClellan deed wat hem bevolen was, maar op een ongelooflijk voorzichtige en trage manier, wat het Zuiden de kans gaf 70.000 man tegenover hem te plaatsen. Pas eind mei kwam McClellan's leger in de buurt van Richmond, Virginia, de hoofdstad van de CSA. (Richmond lag en ligt slechts 106 mijl van Washington, DC af; zelfs in 1861 duurde die reis onder normale omstandigheden niet meer dan een week.) |
![]() |
Lee slaat terug Links: Generaal Robert E. Lee |
Tijdens de Battle of Seven Days had het Zuiden 20.000 slachtoffers en het Noorden 10.000. Maar omdat Lee's agressieve aanvallen McClellan in paniek brachten staat deze slag nu als Zuidelijke overwinning te boek. Lee had Richmond gered en de Amerikaanse Burgeroorlog ging door. Weer had McClellan een kans om de Amerikaanse Burgeroorlog te beëindigen verspeeld. Lee wist echter dat nu stoppen niet mogelijk was. Ondanks de Noordelijke verliezen waren ze nog steeds in elk opzicht superieur aan het Zuiden, en alleen zolang ze zich dat niet realiseerden had de Confederatie een kans van slagen. Dus splitste Lee zijn leger (tegen alle regels in) in tweeën en stuurde zijn rechterhand, Jackson, de ene kant op terwijl hij zelf een omtrekkende beweging maakte. |
Rechts: Manassas Junction |
![]() |
![]() |
Hun doel: het Unieleger onder leiding van Generaal John Pope, die zich bij Manassas Junction had gestationeerd. Op 29 augustus viel Jackson Pope's volkomen verraste leger aan, en toen het van de schrik bekomen was viel Lee hen in de rug aan. Er vielen 19.000 doden en gewonden, waarvan 10.000 aan Noordelijke kant; en weer was een Noordelijk leger op de vlucht geslagen. Ook de tweede slag bij Manassas was een Zuidelijk succes, en Lincoln zat met de handen in het haar. Het westelijke front Maar er werd niet alleen in het Amerikaanse oosten gevochten in 1862. Ook in het westen (dat tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog bestond uit Kentucky, Tennessee en Missouri) werd gevochten. Een Noordelijke generaal genaamd Ulysses S. Grant veroverde in februari 1862 twee Zuidelijke forten aan de noordgrens van Tennessee, waarna hij zijn 40.000 man sterke leger verder de staat in stuurde. Bij Shiloh, een klein plaatsje, hield zijn leger op bevel van Generaal Halleck halt. Grant moest wachten op versterkingen. Zijn tegenstander, Johnston, werd echter eerder versterkt met het leger van Beauregard en besloot tot de aanval over te gaan. Op 6 april walsten Zuidelijke troepen de lijnen van Grant plat, waarna Grant twee dagen moest vechten om de verloren grond terug te winnen. In die immens bloedige 48 uur vielen een ongelooflijke 20.000 slachtoffers. |
De zeeblokkade wordt effectiever Al in 1861 had Lincoln een zeeblokkade van Zuidelijke havens uitgeroepen om te voorkomen dat de Confederatie katoen zou kunnen uitvoeren naar Europa, maar aangezien de Amerikaanse vloot toen nog niets voorstelde had die blokkade weinig kracht en werd dan ook een "papieren blokkade" genoemd. Gelukkig voor Lincoln hielp het Zuiden hem een handje aan Groot-Brittannië en Frankrijk vol te kunnen houden dat de blokkade wel degelijk bestond: ze riepen een katoenboycot uit. Het Zuiden stelde dat ze geen katoen naar Europa kon exporteren zolang men daar de Confederatie niet als onafhankelijk land erkende. Een grote fout, want door de boycot verdiende het Zuiden geen geld aan haar primaire exportproduct, en kon dus geen wapens kopen waarmee ze de Amerikaanse Burgeroorlog eventueel nog kon winnen. Toen ze hun fout realiseerden was het echter te laat: de Noordelijke scheepswerven hadden overuren gemaakt en de vloot van 90 schepen begin 1861 tot 264 schepen eind 1861 uitgebreid, en nog honderden meer in 1862. Toen was de papieren blokkade veranderd in een echte en had Lincoln schepen langs de hele 3550 mijl lange Zuidelijke kust, en konden de weinige schepen die het Zuiden had nauwelijks meer uitvaren. |
De Amerikaanse Burgeroorlog nam grotere vormen aan. Nu de Amerikaanse vloot gegroeid was, kon Lincoln zijn plannen om het Zuiden in tweeën te splijten, die hij al sinds 1861 had gehad, eindelijk doorzetten. De overwinningen van Grant in Tennessee waren de eerste stap van dit plan; de tweede was de verovering van New Orleans in Zuid-Mississippi. De zestigjarige vlagofficier David Farragut had het commando gekregen over 24 schepen met de order zo snel mogelijk New Orleans in te nemen. Hiervoor moest hij de vloot de Mississippi rivier op laten varen, langs twee zwaar bewapende Zuidelijke forten. Uiteindelijk lukte het hem, door in het duister langs de forten heen te varen, waarna New Orleans zich zonder slag of stoot op 26 april 1862 overgaf. De volgende stap in de tweedeling van het Zuiden was Vicksburg in noordelijk Mississippi. Kanon op het slagveld bij Shiloh |
![]() |
![]() |
De oorlog verplaatst naar het Noorden: Antietam Robert E. Lee was niet van plan zich zo snel gewonnen te geven. Hij moest voorkomen dat het Noorden de Confederatie in tweeën kon splijten, maar had niet genoeg middelen om de grote Noordelijke legers op twee fronten te bevechten. Dus nam hij een moedig besluit: hij zou de oorlog naar het Noorden verplaatsen. Misschien kon hij zo de Noordelijke wil om te vechten breken en de Amerikaanse Burgeroorlog in zijn voordeel beslissen. In september trok Lee met zijn hele leger de staat Maryland in met als doel Harrisburg in Pennsylvania. Generaal McClellan kwam traag als altijd achter Lee aan en reageerde zelfs niet toen per ongeluk een kopie van Lee's oorlogsplannen in zijn handen vielen; de achtervolging had echter wel tot gevolg dat Lee zijn opmars stopzette en bij Sharpsburg kamp opzette. Lee had zijn leger weer gesplitst, en McClellan wist dat. Had hij meteen gereageerd dan was de Amerikaanse Burgeroorlog waarschijnlijk afgelopen; in plaats daarvan besloot McClellan 16 uur te wachten om zijn plannen nog eens bij te schaven, en gaf daarmee Jackson de kans zich net op tijd weer bij Lee te voegen. Lee groef zijn mannen in bij een klein riviertje, de Antietam, en wachtte op wat komen ging. |
Op 17 september ging McClellan tot de aanval over in wat één van de meest cruciale veldslagen van de Amerikaanse Burgeroorlog zou worden. De mannen waren moedig, erg moedig, en lieten bij honderden het leven. Eén enkele brigade uit Massachusetts verloor bij één aanval al 224 van de 334 mannen. Maar ze wisten van geen ophouden. In een graanveld aan de linkerkant van het brede slagveld werden binnen vier uur vijftien aanvallen en tegenaanvallen uitgevoerd. Het gevecht was om 6 uur 's ochtends begonnen; om 10 uur lagen er 8000 doden en gewonden in het graanveld. Lee gaf de order een verdiepte weg die eens het land van twee boeren scheidde en nu het centrum van zijn verdedigingslijn was tegen alle kosten te beschermen. Hier mochten de Uniesoldaten in geen geval voorbij, want dan had Lee de slag verloren. Het gevecht begon rond dezelfde tijd dat het gevecht in het graanveld was afgelopen. Kolonel John B. Gordon had het commando over Lee's centrum en zag de in het blauw geklede Noordelijken komen. Hij wachtte tot ze op een paar passen waren genaderd en gaf toen bevel het vuur te openen; de Noordelijke commandant werd onmiddellijk gedood en de mannen vielen even terug. Ze vielen Zuidelijken in de verdiepte weg echter vijf keer aan en braken uiteindelijk door. Tegen die tijd lagen de lijken twee of drie man hoog in de verdiepte weg, die nu bekend staat als "Bloody Lane". De vluchtende Zuidelijken werden met bosjes neergeschoten; Lee's centrum was gebroken. | ![]() |
Aan de rechterkant van het slagveld had Generaal Ambrose Burnside het commando. Tegenover zijn 12.500 blauwgeklede Noordelijke soldaten stonden slechts 400 grijsgeklede Zuidelijke soldaten uit Georgia. De laatsten hadden zich echter ingegraven op een hoge heuvel en konden vier Noordelijke aanvallen in drie uur tegenhouden voordat ze werden afgeslacht. McClellan had nu (weer) de kans Lee's leger te verpletteren en de Amerikaanse Burgeroorlog te beëindigen, maar hij weifelde en Lee ontkwam, tot grote ergernis en frustratie van Lincoln. De 17e september, de Slag bij Antietam, werd de bloedigste dag uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Beide zijden verloren 10.000 man op die ene dag; voor Lee betekende dit dat een kwart van zijn leger was weggevaagd in minder dan 16 uur. De Slag bij Antietam was de eerste grote overwinning voor het Noorden, al was het geen overtuigende. Het was echter alles wat Lincoln nodig had voor de volgende fase van zijn plan het Zuiden te verslaan. Op 22 september, vijf dagen na Antietam, maakte hij in de Emancipatie Proclamatie bekend dat de slavernij in de rebellerende staten per 1 januari 1863 zou worden afgeschaft. De Emancipatie Proclamatie had uiteraard geen direct effect op de slavernij (of de Amerikaanse Burgeroorlog zelf). In de grensstaten, waar slavernij nog wel heerste maar die trouw waar gebleven aan de Unie, werd de slavernij niet afgeschaft omdat Lincoln bang was dat ze zich anders zou afscheiden en in de Zuidelijke staten kon Lincoln natuurlijk weinig afdwingen. De Emancipatie Proclamatie was dan ook meer een gebaar naar Europa; hij wilde de Amerikaanse Burgeroorlog tot een politieke zaak maken waarbij Europa niet meer in goed fatsoen het Zuiden kon steunen. Immers, als het Zuiden zijn slaven niet vrijliet na Lincoln's proclamatie dan gaven ze toe slavernij nooit op te zullen geven, en hoe kunnen de geciviliseerde Europese staten zich met een op slavernij gebaseerde natie verbinden? Vrijwel direct na de slag bij Antietam ontsloeg Lincoln McClellan van zijn commando; de maat was vol. McClellan had meer dan een jaar de tijd gehad het Zuiden te verslaan, en had meer kansen verkwanseld om de oorlog tot een snel einde te brengen dan Lincoln voor mogelijk hield. Hij probeerde tot 1864 stuk voor stuk andere Generaals tot opperbevelhebber te benoemen, maar allen faalden. Op 13 december 1862 vond nog een grote slag plaats waarbij het Noorden zijn zoveelste klap te verwerken kreeg. De Army of the Potomac onder Ambrose Burnside ging bij Fredericksburg in Virginia tot de aanval over, maar Lee wist zich bijzonder goed te verdedigen. Burnside verloor 11.000 man, Lee 5000. De Amerikaanse Burgeroorlog ging door. |
laatst bijgewerkt: 11-04-04 |