9971 | W.A. Mozart (1756 - 1791) |
![]() |
Wolfgang Amadeus Mozart werd op 27 januari 1756 geboren in Salzburg. Op 5-jarige leeftijd gaf hij zijn eerste concert met een pianocompositie van J.E. Eberlin. Op zijn achtste werden zijn eerste eigen composities gepubliceerd door zijn vader, waaronder enkele symfonieën. Mozarts vader, Leopold Mozart, die de jonge Wolfgang intensief begeleidde, nam hem en zijn zus Nannerl van jongs af aan mee op langdurige reizen langs vorstenhuizen, adellijke hoven en locaties voor duo-optredens in heel Europa en bij allerlei gelegenheden, waaronder die van de plechtige inhuldiging van stadhouder Willem V in Den Haag, in 1768. Voor de gelegenheid componeerde Mozart er een reeks variaties op het Wilhelmus (KV 25). |
![]() |
![]() |
In 1769 werd Mozart benoemd tot onbezoldigd concertmeester aan het hof van aartsbisschop Hieronymus von Colloredo van Salzburg. Vanaf die tijd reisden vader en zoon Mozart samen en trad Wolfgang solo op. Op 11 april hoorde de jonge Mozart in de Sint-Pietersbasiliek het beroemde en aartsmoeilijke Miserere van Allegri en wist de compositie nadien feilloos op papier te zetten. In juli 1770 ontvingt hij in Rome uit handen van de paus de Orde van de Gulden Spoor. Kort daarna begon hij te werken aan zijn opera seria Mitridate, Rè di Ponto (KV 87) die in december in première ging in het Teatro Ducal in Milaan. De opera oogstte er veel succes. Op 5 januari 1771 behaalde hij het diploma van de Accademia Filarmonica in Verona nadat hij eerder al een soortgelijk getuigschrift had ontvangen van de Accademia te Bologna (10 oktober 1770). In januari 1773 componeert Mozart het motet Exsultate, jubilate (KV 165) voor de castraatzanger Venanzio Rauzzini.
De reislust van de componist was de oorzaak van diens ontslag als concertmeester in Salzburg in 1777. Na een verblijf in Mannheim bij de familie Weber, reisde hij samen met zijn moeder tot in Parijs in de hoop aldaar een aanstelling te krijgen. Tijdens hun verblijf in de lichtstad wachtte de moeder in een slecht geluchte, kille en vuile kamer tot Mozarts dagtaak voorbij was. Hij schreef er "Les Petits Riens" maar verloor er meer zijn tijd dan iets anders, hoewel hij dit niet toe wilde geven. Links: Leopold Mozart |
In juli 1778 stierf zijn moeder in Parijs en werd hij opnieuw, dit keer voor een klein salaris, aangesteld aan het bisschoppelijke hof in Salzburg. Zijn taken bestonden uit musiceren, het knapenkoor onderrichten en kerkelijke zowel als wereldlijke muziek componeren. Mozart voelde zich niet gerespecteerd en het conflict eindigde in een ontslag op staande voet tijdens een bezoek aan het hof van Jozef II in Wenen (1781). Hij reisde naar Wenen en vond onderdak bij de familie Weber (intussen verhuisd van Mannheim via München naar Wenen), waar hij (na een verhoopte relatie met dochter Aloysia Weber) verliefd wordt op de tweede dochter, de zangeres Constanze, die hij, tegen de zin van vader Leopold, op 4 augustus 1782 in Wenen huwde. Het waren voor Mozart persoonlijk gelukkige jaren, waarin hij muzieklessen en veel concerten gaf; de muziekuitgever Artaria overwoog zijn composities uit te geven, voor het eerst werd er in een muziektijdschrift over een van zijn concerten geschreven, en in de zomer van 1783 werd zijn eerste zoon, Raimund Leopold, geboren. |
Het tij keerde toen het kind van Wolfgang en Constanze na een aantal weken stierf. Mozart werd een aantal keren achter elkaar ziek. In 1784 begon hij met het aanleggen van een catalogus van zijn werk, de Verzeichnüss. Op 21 september 1784 werd zijn tweede zoon, Carl Thomas geboren. Drie maanden later gaf Mozart zich op als lid van de vrijmetselaarsloge 'Zur Wohlthätigkeit'. Enige tijd later ontmoette hij de componist Joseph Haydn, die hoog opgaf van Mozarts muzikale kwaliteiten. Mozart zou later zes in die tijd gecomponeerde strijkkwartetten (K.V. 387, 421, 428, 458, 464 en 465) aan Haydn opdragen. In 1785 meldde ook vader Leopold zich aan bij de Vrijmetselaars. In de herfst van 1786 overleed ook Mozarts derde zoon, Johann Thomas Leopold, één maand oud.
In 1787 kwam Ludwig van Beethoven naar Wenen om les te krijgen van Mozart. Op 28 mei stierf vader Leopold Mozart. In december van dat jaar kreeg Wolfgang een aanstelling als kamermusicus aan het hof van keizer Jozef II, alweer tegen een mager salaris, wat hem niet hielp zijn schulden te voldoen. componeerde, kreeg veel kritiek te verduren. Zijn opera Don Giovanni, die hij na de dood van zijn vader. Op 29 juni 1788 stierf zijn zes maanden oude dochtertje Theresia. In november 1789 overleed zijn tweede dochtertje, Anna, vrijwel direct na de geboorte. |
![]() |
In 1790 werd de eerste uitvoering van de opera Così fan tutte goed ontvangen. Op 4 maart 1791 gaf hij nog een concert, zijn laatste publieke uitvoering, het Pianoconcert in Bes, K.V. 595. In zijn streven uiteindelijk kapelmeester te worden solliciteerde hij met succes voor het baantje als onbetaald assistent van de kapelmeester van de St. Stephansdom in Wenen. Op 26 juli werd Mozarts vierde zoon, Franz Xaver Wolfgang, geboren. Mozart oogstte in Wenen in oktober en november veel succes met zijn opera Die Zauberflöte, maar was intussen overspannen geraakt en werd ziek, terwijl hij werkte aan de opdracht van graaf Walsegg zu Stupagg: een Requiem. Achtervolgd door wanen en depressies overleed hij ten slotte in de vroege ochtend van 5 december, een halve dag na een door hemzelf op zijn ziekbed meegezongen repetitie van het 'Requiem', dat toen nog niet af was, op 35-jarige leeftijd. Mozart kreeg een eenvoudige uitvaart en werd begraven op begraafplaats St. Marx te Wenen. Mozart wordt algemeen beschouwd als een muzikaal wonderkind (hoewel hij pas als rijpe tiener zijn betere werk begon te componeren) en één van de allergrootste componisten. Zijn werk heeft veel invloed gehad op latere componisten, met name Ludwig van Beethoven en Johannes Brahms. Mozart werd bijna zijn hele leven gekweld door geldzorgen en was zeer vatbaar voor ziektes, waarvan de laatste hem uiteindelijk heeft geveld. Mozarts geldzorgen kwamen niet zozeer doordat hij echt arm was, maar meer doordat hij noodzakelijkerwijs een dure levensstijl had. Mozart heeft een ongelofelijke hoeveelheid composities nagelaten, die per genre gerangschikt zijn in de numerieke K.V. (Köchel-Verzeichnis, 1937). Een handzame samenvatting van Mozarts oeuvre werd in 1951 uitgegeven onder de titel Der kleine Köchel. Daarnaast is er de Verzeichnüss, wat staat voor Verzeichnüss aller meiner Werke (1784-1791), een overzicht dat de componist zelf bijhield en waarvan de data waarschijnlijk gebaseerd zijn op de datum van voltooiing van het betreffende werk. Ook wordt soms het systeem van de AMA (Alte Mozart-Ausgabe) en de NMA (Neue Mozart-Ausgabe) gehanteerd. (bron: Wikipedia) Gemaakt: 13-02-06 |