9706 |
De Republiek der Verenigde Nederlanden (1787) |
![]() |
![]() |
In de steden (Amsterdam, Rotterdam) kwamen de Patriotten en regenten steeds feller tegenover elkaar te staan. De Patriotten wilden macht. Met beloften wilden zij zich niet langer meer laten opschepen. Dan maar met geweld. In april 1787 joegen de Patriotten in Amsterdam en Rotterdam de regenten met geweld van het stadhuis en namen het bestuur in handen. |
De Staten van Gelderland waren Oranjegezind. Alleen de stadjes Elburg en Hattem waren Patriots. Toen deze zich niet wilden houden aan het petitieverbod van de Staten, zond Willem V in overleg met de Staten troepen om deze steden te bezetten. De moed daartoe kreeg hij doordat kort tevoren zijn zwager, Rechts: paleis van Willem V in Den Haag |
![]() |
![]() |
Op 28 juni 1787 stapte prinses Wilhelmina van Pruisen in een karos die haar naar Den Haag moest brengen. Zij was het niet eens met de slappe houding van haar man, die niet anders deed dan zich te beklagen over de rechten die men hem ontnomen had en erover dacht zich terug te trekken op zijn Duitse landgoederen. Dat wilde Wilhelmina voorkomen. In Den Haag hoopte zij te kunnen spreken met de Staten Generaal en in contact te komen met Oranjeaanhangers om een plan te beramen de Patriotten uit de Republiek te verjagen. Onderweg werd de prinses echter bij Goejanverwellesluis tegengehouden. Woedend was ze over deze zware belediging. Ze vroeg onmiddellijk haar broer, ![]() |
|
Eind september deed Willem V zijn zegevierend intocht in Den Haag. Daar waaide weer een oranjevlag van de toren en speelde het carillon het Wilhelmus en droegen honderden Oranjeaanhangers hun geliefde kleur. Helaas bleef het niet bij dit vreugdebetoon. "Oranjeklanten" plunderden de huizen van de meest gehate "Kezen", zoals de Oranjeaanhangers hun tegenstanders smalend noemden. In november 1787 trok het Pruisische leger af. Holland moest een half miljoen oorlogskosten betalen. De bewerkers van de aanhouding van de prinses werden uit hun posten ontzet. De vrijkorpsen werden ontwapend. Tal van Patriotten werden mishandeld en vervolgd. Vele verlieten het land en vestigden zich in de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk. Links: Pruisische troepen trekken door de Muiderpoort Amsterdam binnen. |
Stadhouder Willem V was nu weer een ongekroonde koning en zijn positie leek onaantastbaar. Maar door het ruwe optreden van de Patriotten in 1786-1787 en de vergelding van de Oranjeaanhangers na strafexpeditie van het Pruisische leger (z. Republiek 1781-1787) was de verdeeldheid groter dan ooit tevoren. De prins van Oranje was niet meer het symbool van nationale eenheid en alleen maar het hoofd van een partij. Van verzoening wilden het prinselijk paar en de regenten niets weten. In de jaren na 1787 bleef de republiek wat het was: een verbond van zeven kleine staatjes, die moeizaam tot overeenstemming konden komen en door hun onderlinge verdeeldheid gemakkelijk de prooi werden van bemoeizuchtige buren. Oranje en de regenten hadden geen fut om schoon schip te maken. en zij die dat wel wilden waren verslagen en waren naar Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden gevlucht. De Republiek was een kaartenhuis dat op de windvlaag wachtte die het zou omblazen. Welnu, die liet niet lang op zich wachten. |
laatst aangepast: 06-05-10 |