7150

De Portugese ontdekkingsreizen

Ruy Gonzales de Clavijo (reis 1403 - 1406)
In 1403 zond koning Enrique III  van Castilië Clavijo als ambassadeur naar het hof van Timoer in Samarkand. In de tijd dat Clavijo langs de Zijderoute reisde was deze route al duidelijk op z'n retour. Clavijo meldde dat Samarkand een welvarende handelsstad was en deed een levendig verslag van de markten waar goederen uit China, India, Perzië en Rusland in grote hoeveelheden verhandeld werden.
Al deze welvaart en drukte was echter alleen een gevolg van de aanwezigheid van het hof van Timoer.

Het Portugese Rijk begon op 25 juli 1415 toen de Portugese Armada samen met koning Johan (João) l (1385 - 1433) en zijn zonen prins Eduard, prins Peter, prins Hendrik de Zeevaarder en prins Alfons en met de mythische held Nuno Alvares Pereira naar Ceuta in Noord-Afrika vertrok. Op 21 augustus werd de stad veroverd en het Portugese Rijk ontstond.

In 1446 ontdekte Nuno Tristão Guinee-Bissau, dat eerder deel uitmaakte van het Ghanese rijk (700-1000) en daarna van het Koninkrijk Mali (1200-1500). In datzelfde jaar stierf hij, toen zijn schip werd aangevallen door opstandige slaven. De Portugezen drongen langs de vele rivieren een eind het continent in en stichten handelsnederzettingen die uitgroeien tot kleine lokale centra, zoals Farim en Ziguinchor  Ziguinchor werd gesticht in 1645. De naam Ziguinchor komt van het Portugese "Cheguei e choram", wat ongeveer "Ik arriveerde en zij huilden" betekent. De verklaring van deze naam is dat toen de Portugese ontdekkingsreizigers en handelaars arriveerden, de lokale bevolking dacht dat ze slaven zouden worden, waarop men begon te huilen. De Portugezen waren echter van plan in vrede met de lokale bevolking te leven; ze stichtten een handelspost en sloten een vriendschapsverdrag met de lokale heerser.
In 1472 ontdekte Fernão do Pó Kameroen en nog tal van andere landen in de Golf van Guinee (onder andere Bioko). Kameroen heeft haar naam aan hem te danken doordat hij in 1472 het land aandeed en onder de indruk was van de grote garnalen (cameroes). Het eiland Bioko is vroeger naar Fernão do Pó (Fernando Pó/Fernando Póo) genoemd geweest.
Toch was Fernão do Pó niet de eerste die dit gebied aandeed. 2000 Jaar eerder, in de 5e eeuw v. Chr.) voer de Carthaagse suffeet Hanno uit om langs de Atlantische kust van Afrika koloniën te stichten. De laatste en belangrijkste kolonie was op een eiland genaamd Cerne, dit kan  het eiland Herne in de baai van Rio de Oro zijn geweest of een ander eiland in de baai van Arguin voor de kust van Mauretanië. Hierna voer Fernão do Pó door naar het zuiden, en vond een rivier waarvan hij dacht dat het de Nijl was, omdat hij nijlpaarden had gezien en men toen dacht dat die alleen in de Nijl voorkwamen. In werkelijkheid was dit ongetwijfeld de Sénégal. Hij reisde nog verder, zag 'harige vrouwen' (chimpansees) en aan het eind van zijn reis een 'brandende berg',  vermoedelijk de vulkanische Mount Cameroon die blijkbaar net op dat moment een uitbarsting had. 

Rechts: Mount Cameroun (4095 m., de hoogste berg van Afrika)

In 1494 sloot Portugal met Spanje het Verdrag van Tordesillas. Dit verdrag verdeelde de (nog grotendeels niet ontdekte) wereld gelijk tussen de Spanjaarden en de Portugezen langs een Noord-zuidlijn 1770 km ten westen van Kaapverdië, met al het land ten oosten ervan voor Portugal en al het land ter westen ervan voor Spanje. Aan de andere kant van de aardbol breidden de Portugezen hun reusachtige netwerk uit, van Mozambique tot aan de Molukken, een imperium dat een eeuw stand zou houden. Dit had geen Portugees, ook Hendrik, ooit kunnen dromen.
De pas ontdekte volkeren werden in Europa bij voorkeur afgeschilderd als barbaren of kannibalen (wat zo ongeveer gelijkwaardig was). De lezers van reisavonturen konden genietend huiveren bij de beschrijving van woeste orgieën vol geroosterd mensenvlees. Spannender nog dan een hedendaagse Frankensteinfilm of gruwelvideo! Nergens blijkt deze vervalsing van de werkelijkheid zo geslaagd als in het beeld dat Europa zich vormde van Afrika. Een beeld dat zich tot in deze eeuw handhaafde, van naakte menseneters met een bot door de neus en bijgevijlde tanden in grijnzende monden. 

De beroemde Engelse ontdekkingsreiziger Richard Burton schreef in 1860, toen hij de oevers van het Tanganjikameer bereikte, het volgende:

De studie van de neger is de studie van mensen zonder geestelijke ontwikkeling. Hij zou veel liever een gedegenereerde blanke willen zijn dan een wilde, die moeizaam de eerste stappen zet op de weg naar ontwikkeling, als het hem niet zo totaal onmogelijk was zijn toestand te verbeteren. Het lijkt me toe dat hij behoort tot een van die kinderlijke rassen, die nooit het peil van Mens bereikend, als een versleten schakel terugvallen uit de lange keten van natuurlijk leven.

Zelfs een zo verlicht man als de Schotse filosoof David Hume stelde haast een eeuw vroeger vast:Ik ben geneigd de negers van nature als inferieur aan blanken te beschouwen. Uit hun midden is eigenlijk nooit een beschaafde natie voortgekomen, noch een individu dat in daad of denken op de voorgrond trad. Bij hen geen knap bedachte producten, geen kunsten of wetenschappen.

Portugal (1500 - 1738)

laatst bijgewerkt:11-02-11

colofon