Zevenhonderd jaar geleden was het reizen om de wereld veel gevaarlijker. Mensen die in Europa woonden wisten weinig of niets over de mensen die aan de andere kant van de wereld woonden. Van tijd tot tijd kwamen er schepen van Venetië, die zijden stoffen, specerijen vreemde sieraden meebrachten uit het verre Oosten. Deze goederen waren vaak jaren onderweg. De zeelieden die de laatste paar honderd kilometer met hun schepen voor het vervoer zorgden, konden niets vertellen van de landen waar de zijden stoffen en sieraden vandaan werden de balen en kisten hoog opgestapeld.
Nicolo Polo was een welvarend koopman ut Venetië, die een huis bezat in het plaatsje Soedak op de schiereiland Krim. Hij ging daar altijd heen om de koopwaar op te halen die daar was gebracht uit het Oosten via een handelsroute die de zijdeweg werd genoemd. Hij keek vaak met grote ogen naar het Chinese of Arabische schrift op de goederen en hij vroeg zich af uit welke verre plaatse ze kwamen.
In 1260 waren Nicolo en zijn broer Maffeo naar Soedak vertrokken, maar toen hun handelsmissie voltooid was konden ze niet terug, doordat de terugweg was versperd door een oorlog. Ze trokken daarom verder naar het oosten.
|