2261

Sparta (1300 - 1200 v. Chr.)

Mycene (1270 - 1250 v. Chr.)

In 1249 v. Chr. werden in Sparta Helena en Clytaemnestra geboren, twee dochters van koning Tyndareus van Sparta. Als hun vader wordt ook Zeus genoemd. 

In 1240 v. Chr. trad Peleus, de zoon van Aecus en Endeïs van Aegina, in het huwelijk met de zeenimf Thetis (één der Nereïden). Tijdens de bruiloft van Peleus en Thetis werd de twistappel tussen de gasten gegooid door de twistgodin Eris. 

In 1230 v. Chr. besloot koning Tyndareus van Sparta een echtgenoot te zoeken voor zijn dochter Helena met het oog op een opvolger. Alle huwelijkskandidaten liet hij een eed van trouw zweren zijn toekomstige schoonzoon steeds terzijde te staan. Hij koos Menelaus, de broer van Agamemnon als haar nieuwe echtgenoot. Vervolgens deed Tyndareus afstand van de troon ten gunste van zijn schoonzoon.

In 1219 v. Chr. was de Trojaanse prins Paris, een van de zonen van koning Priamus van Troje te gast bij koning Menelaos van Sparta. Hij verleidde  Helena en haalde haar over met hem mee terug te gaan naar Troje. Na de ontvoering reisde Menelaos vergeefs met Odysseus en Palamedes naar Troje om te onderhandelen over de teruggave van zijn vrouw. 

Terug in Sparta deed Menelaos onmiddellijk een beroep op de eed van trouw die zij hem zijn vader hadden gezworen en al gauw verschenen na Menelaos' oproep tal van dappere mannen, waaronder Achilleus uit Aias, Odysseus van Ithaka, Nestor van Pylos en vele andere dappere mannen. Onder hen waren vele koningszonen, die belust waren op avontuur. Niemand wilde daar ontbreken, waar roem en buit te halen viel. Menelaos en zijn broer Agamemnon van Mycene stelden zich aan het hoofd van de wraakexpeditie. Zo wapenden zich alle stammen van Griekenland tot de strijd tegen Troje, die zich vervolgens inscheepte, overstak naar Klein-Azië en rukten op naar Troje, dat na een belegering van zo'n tien jaar (1209 v. Chr.) tenslotte via de list met het paard werd ingenomen. Homeros tekende Menelaos in de strijd om Troje af als een dapper krijger, die zich vooral onderscheidde bij zijn tweestrijd met Paris, die door ingrijpen van Aphrodite van de dood werd gered. Ook beschermde hij Patroclus' lijk tegen de vijanden. De Attische tragedie stelde hem minder gunstig voor, als een wat kortzichtige en hooghartige figuur. 

Achillus, Odysseus, Patroklos en Ajax waren de grote helden aan Griekse zijde, terwijl op Paris en zijn broer Hektor alle hoop van de Trojanen was gevestigd. Zij kwamen allen in deze strijd om het leven - behalve Odysseus, die bij zijn thuiskomst, na een afwezigheid van twintig jaar, samen met zijn zoon Telemachus de naar de gunsten van zijn vrouw dingende mannen doodde.  De Trojaanse Oorlog (1218 -1209 v. Chr.) 

Laatst bijgewerkt: 20-01-11

colofon