613

Tempelcomplexen op Malta 
(ca. 4000 - ca. 2500 v. Chr.)

Europa in de tijd van de Oude Rijken (4000 - 2100 v. Chr.)

Malta is bewoond sinds ongeveer 5200 v. Chr. Archeologen hebben de herkomst van die eerste bewoners kunnen bepalen aan de hand van aardewerkscherven, die gevonden zijn in de grot Ghar Dalam in Birzebbuga. Het aardewerk dat het volk gebruikte, lijkt namelijk sterk op dat van de Stentinello cultuur van Sicilië uit dezelfde tijd. Vandaar dat we mogen aannemen, dat de eerste bewoners van Malta daar vandaan kwamen. Sicilië ligt een kleine honderd kilometer noordelijk van Malta - een afstand die zelfs in de prehistorie te overbruggen was.

Na enkele nieuwe immigratiegolven ontwikkelde zich rond 4000 v. Chr. de zogenaamde Tempelcultuur.

De eerste kolossale stenen heiligdommen, waaronder tempels en gedeeltelijk onderaardse grafcomplexen werden omstreeks 3600 v. Chr. gebouwd,  ruim 1000 jaar vóór de piramiden van Giza, 1500 jaar vóór Stonehenge en bijna 2000 jaar vóór het paleis van Knossos op Kreta. 

Rechts: Luchtfoto van de megalitische tempels van Mnajdra aan de zuidkust van Malta (3500 -2500 v. Chr.).

Ggantija in Xaghra (Gozo) is er één van. De tempels waren gebouwd met enorme steenblokken en bestaan bijna altijd uit een aantal klaverbladvormige kamers, die door middel van een corridor met elkaar verbonden zijn. 

De afmetingen (rechtopstaande stenen van wel 8 meter hoog) en de unieke vormen (halfronde ruimten rond een centrale hof) zijn van een technologisch en creatief zeer hoog niveau. 

Het gegeven dat deze gebouwen zijn neergezet door een volk dat verder alleen aan landbouw deed en slechts gebruik kon maken van gereedschap van steen, maakt de prestatie alleen nog meer uniek. Op de Maltese eilanden zijn 30 van dergelijke tempels, verdeeld over 14 heiligdommen terug gevonden. Ook de in de heiligdommen teruggevonden (kunst)voorwerpen, fijn versierd aardewerk, kleine mens- en dierfiguurtjes en sieraden, wijzen op een zeer hoog ontwikkelde beschaving.
Een groot aantal vondsten is gedaan in het tempelcomplex van Tarxien, niet ver van de hoofdstad Valletta. Dit tempelcomplex behoort tot de laatste fase van de Tempelperiode en kenmerkt zich door talrijke decoraties, onder andere met spiraalmotieven en dierenreliëfs. Tarxien is opgegraven aan het begin van de 20e eeuw.
Behalve tempels, zijn er uit de Tempelperiode ook grafcomplexen gevonden, zoals het hypogeum in Paola, niet ver van Tarxien. Ook hier zijn grote aantallen beeldjes gevonden.
De tempelperiode heeft geduurd tot ongeveer 2500 v. Chr., toen het volk van de tempelbouwers is uitgestorven.
De tempels werden gebruikt voor de verering van de vruchtbaarheidsgodin, waarvan beeldjes gevonden zijn. Waarschijnlijk waren het vruchtbaarheidsgodinnen, maar ‘echt’ bewijs is hiervoor niet. Ze werden voorgesteld als een corpulente vrouw; en worden daarom door de archeologen 'dikke dame'-beeldjes genoemd. Dik zijn staat in veel culturen symbool voor overvloed en vruchtbaarheid.
Ook was er een grote variëteit aan andere mensfiguren die afwisselend goden, rituele (begrafenis-)idolen of portretten voorstelden. Daarnaast is het verbazingwekkend om te zien hoe de prehistorische mens met slechts, weliswaar vakkundig gemaakte, stenen werktuigen de meest mooie sieraden van been, schelp en diverse steensoorten kon maken. Het aardewerk uit die tijd laat een verfijning zien in vorm en versiering met vloeiende lijnen en ingewikkelde spiraalmotieven. Moeilijk voorstelbaar in een periode waarin het pottenbakkerswiel nog niet was ‘uitgevonden’.

Links: kiezelkopje, gevonden in de tempels van Tarxien op Malta (3500 - 2500 v. Chr.)

Laatst bijgewerkt: 12-11-04