1755 | Pueblo-cultuur |
![]() |
![]() |
The Four Corners", Het Vierhoekengebied, genoemd naar het punt waar vier staten: - Arizona, Utah, Colorado en New Mexico - aan elkaar grenzen. Dit deel van het Zuidwesten van de Verenigde Staten is een droog, onherbergzaam gebied. Met bergen, rivieren, hoogvlakten en diepe dalen. Toch wordt het al duizenden jaren bewoond. Na de jagers en verzamelaars, die in kleine groepen (meestal in familie-verband) rond trokken, kwamen de Mandenmakers, die rond 100 jaar vChr. zich begonnen te vestigen in dorpjes, bestaande uit Pithouses (half ondergrondse hutten). Naast de jacht bedreven zij een eenvoudige vorm van landbouw met bonen, maïs en pompoenen als hoofdproducten. De daarop volgende Pueblo-cultuur ontwikkelde zich vanaf het jaar 700 tot een samenleving die zich in grotere groepen en langere tijd vestigde op één plaats. Jagen en verzamelen was nog steeds belangrijk, maar hoofdzaak werd de landbouw. Naast de genoemde gewassen verbouwden de zuidelijke Pueblo's ook katoen. Men bouwde steden van natuursteen en klei en men leerde het pottenbakken kennen. De dorpen groeiden uit tot steden van opeengestapelde en aaneengeschakelde woningen van wel vijf verdiepingen hoog. Men bouwde deze "vestingen" langs rivieren en op tafelbergen. |
![]() |
Verschillende volken trokken naar dit gebied: De Hohokam uit het zuiden, de Anasazi uit het noorden, de Mogollon uit het zuidoosten, de Sinagua uit het westen. Samen vormden zij de Pueblo-cultuur, die een bloeitijd kende tussen 900 en 1100. Al die namen hebben deze volkeren nooit zelf verzonnen. Hoe zij zich noemden weten we niet. Voor zover bekend kenden deze culturen geen geschreven taal. Er zijn wel rotstekeningen en pictogrammen gevonden, maar die lijken te beperkt om iets van een taal te vormen. Het waren waarschijnlijk symbolen, wat die symbolen voorstelden is vaak onduidelijk. Afbeeldingen van dieren kunnen een betekenis gespeeld hebben bij jachtrituelen en zo zijn er wel meer pictogrammen die uitlegbaar zijn, maar vaak is er ook sprake van meer abstracte symbolen. En wat betekent bijvoorbeeld de afdruk van een handpalm, zoals je die vaak aantreft. |
Vanaf het jaar 1000 bouwde men ook in de rotswanden. Het meest bekend zijn de goed bewaarde klifwoningen van Mesa Verde (Spaans voor Groene Tafel, doelend op de groen hoogvlakte in dit gebied), waar de Anasazi-indianen van de 11e eeuw tot de 13e eeuw hebben gewoond. De ruïnes werden ontdekt door een veeboer in 1892 en bestudeerd door Gustaf Nordenskiöld. Het gebied werd aangewezen als nationaal park in 1906. In 1978 werd Mesa Verde op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst. |
De Anasazi hebben zichzelf nooit zo genoemd. De naam is door de archeologen overgenomen van de Navajo-indianen. De Anasazi (= "het oude volk" in de taal van de Navajo-indianen) waren allang vertrokken toen de Navajo-indianen zich hier vestigden. Of de Navajo-indianen tijdgenoten waren van de Anasazi bestaat nog onzekerheid.
Archeologen denken dat Cliff Palace een spiritueel centrum was. Er zijn zoveel kiva’s (cirkelvormige ondergrondse ruimtes van verschillende groottes, nu vaak open, maar in de tijd van de Anasazi, waarschijnlijk met houten daken) in het dorp dat die nooit alleen maar voor eigen dorpsgebruik konden zijn. Rechts: Cliff Palace |
![]() |
![]() |
Impressie van het heiligdom uit de Anasazi-tijd |
Dwars door Cliff Palace liep een muur die het dorp in tweeën deelde, zoals op bovenstaande impressie te zien is. Waarom was dat, had dat een religieuze achtergrond? In de religie van de Anasazi speelde het dualisme een belangrijke rol: leven en dood, dag en nacht, koud en warm, water en vuur.. |
Heeft de tweedeling van het dorp daar mee te maken. Werden er in ieder deel verschillende rituelen uitgevoerd? We weten het niet. Wat we wel weten is dat de Anasazi niet zomaar in het niets verdwenen zijn. De Zuni, Hopi, Laguna en andere Pueblovolken uit de wijde omgeving beweren dat zij nazaten zijn van de Anasazi en baseren zich op hun mondeling overgeleverde verhalen. Waarom voor dergelijke, moeilijk bereikbare, plaatsen werd gekozen is niet bekend. Mogelijk als bescherming tegen vijanden (hoewel er weinig sporen van strijd of vijandelijke volken zijn gevonden), als bescherming van de voedselvoorraad tegen o.a. knaagdieren of vanwege het uit de uit de rotsen siepelende water, of vanwege de gunstige temperatuur ('s winters had men voordeel van de lage zonnestand, 's zomers was men beschermd tegen de felle zon). | ![]() |
![]() |
Het is nog onduidelijk waarom zij aan het eind van de 13e eeuw dit gebied plotseling hebben verlaten. Allerlei verklaringen worden gegeven, droogte, oorlog, bedreiging door andere stammen, religieuze tegenstellingen. Het meest waarschijnlijk was het een combinatie van droogte en de uitputting van de landbouwgrond. Dit gebied was in de Anasazi-tijd dichter bevolkt dan nu. De grond is niet erg vruchtbaar en kan uitgeput raken als er veel, te veel geoogst wordt. Ook kan er sprake zijn geweest van overbejaging in het gebied. Dit alles heeft waarschijnlijk tot het wegtrekken van de Anasazi geleid naar andere gebieden, waar de leefomstandigheden gunstiger waren. Aangenomen wordt dat zij naar het zuiden trokken en dat de bewoners van de huidige dorpen in New Mexico en Arizona afstammelingen zijn van deze vroege landbouwers. Nog steeds komen er hier Pueblo-indianen voor religieuze rituelen. Zij zien deze plaatsen als heilige plaatsen van hun voorouders. De vuurplaatsen (kiva's) hebben een luchtkanaal aan de zijkant, waar een rechtopstaande steen zorgt voor verspreiding van de verse lucht naar twee kanten. In het midden staat de ‘sipapu’, het gat dat symboliseert dat de voorouders vanuit een vorige wereld door een gat in de aarde opgestegen zijn naar deze wereld. De Spanjaarden die in 1539 New Mexico binnentrokken, op zoek naar "7 steden van goud", troffen daar ± 65 dorpen aan. De Spanjaarden noemden de dorpen "Pueblo's". Met de spaanse soldaten kwamen de priesters.De Indianen stonden in het begin niet afwijzend tegenover het nieuwe geloof, dat zij als een aanvulling op hun eigen religieuze bestaan zagen. Maar het militaire gezag en de kerk stelden beide hun eisen aan de bevolking. De soldaten moesten gevoed worden en de priesters lieten de Indianen als slaven werken. Om bestuurlijke redenen werden de mensen uit hun dorpen verdreven en in 19 Pueblo's bijeengebracht. Het traditionele geloof en de dansen werden verboden en er werd onvoorwaardelijke onderwerping en gehoorzaamheid geëist. Het harde spaanse regiem leidde in 1680 tot een goed georganiseerde opstand van de samenwerkende dorpen. De Spanjaarden werden uit New Mexico gedreven. Toen zij 19 jaar later terug kwamen, namen zij wraak voor hun nederlaag en brandden vele dorpen plat. Gemaakt: 26-04-06 |