1174

Egypte (2575 - 2465 v. Chr.)
Het Oude Rijk - 4e dynastie

Egypte (2650 - 2575 v. Chr.)
Boven: Trappenpiramide van Meidoem
In 2575 v. Chr., was er een eind gekomen aan de 3e dynastie. De farao's van de 4e dynastie (2575 - 2465 v. Chr.) behoorden tot de grote piramidenbouwers. 

Snofroe (Snefru, Snofru), de eerste regeerder van de 4e dynastie (2575-2551 v. Chr.) De koning is ook bekend onder de namen: Sneferoe, Seneferoe, Soris en Senefer. Zijn naam betekent: "hem van schoon".

Snofroe was de zoon van farao Hoeni (2599 - 2575) en Meresanch I. Hij trouwde met Hetepheres I en zou dus eigenlijk moeten behoren tot de derde dynastie omdat het dezelfde familie was. Manetho (een Griekstalige Egyptenaar (ca. 250 v.Chr.) heeft beslist dat de koning van een andere familielijn zou afkomen en dus in de 4e dynastie hebben geplaatst. De exacte duur van zijn regeerperiode valt niet duidelijk te stellen. De bronnen zeggen allerlei andere regeringsduur. De koning liet vier piramiden bouwen:

De kleinste stond in Seila en was maar 30m bij 30m groot. Er zaten geen kamers in. In de kapel is een stèle ontdekt waar de naam Snofroe op geschreven staat.

De trappenpiramide van Meidoem (Meidum) had een oorspronkelijke hoogte van 93,5 meter en de lengte van de zijde bedraagt 147 m. Wat deze piramide zo bijzonder maakt is dat het op een toren lijkt die op een lage heuvel staat. De piramide heeft een zeer bizarre vorm: ze heeft een grote basis, maar versmalt dan plots. Mogelijk is dit veroorzaakt doordat een deel van de deklaag is verdwenen. Mogelijk had Snofroe's vader Hoeni al de opdracht gegeven voor de bouw van deze piramide. Maar aan de andere kant is er nog nooit een bewijs aangetroffen dat koningen de piramiden van hun voorgangers afmaakten. Er zijn zoveel niet afgemaakte piramiden en graven gevonden. Dat dit dus wellicht ook niet het geval is geweest bij deze piramide. Omdat er van Hoeni nooit een piramide werd aangetroffen werd dit gezien als bewijs voor deze theorie. Inmiddels is er een bakstenen piramide gevonden die mogelijk van Hoeni is geweest. Deze staat in Aboe Rowasj. De vorm van de top heeft duidelijk de vorm uit zijn regeerperiode. Maar dat is eigenlijk alles was is aangetroffen. Eigenlijk is het feit dat de piramide niet aan een ander kon werden toegeschreven het bewijs dat het mogelijk van die van Hoeni was.

In de piramide bevindt zich een ondergrondse kamer die men in 1881 voor het eerst betrad. Er bevond zich geen sarcofaag in de kamer, al lag er vroeger wel een houten grafkoffer. Daarvan denkt men echter dat het er door rovers in werd geplaatst ter vervanging van de echte sarcofaag. Het vertrek bevat de typische kenmerken uit de tijd van Snofroe: hoge overkragende gewelfde kamers en voorvertrekken.

De knikpiramide van Snofroe van Dasjoer was de eerste die Snofroe helemaal zelf maakte. De piramide is een kolos van 105 meter hoog. Qua vorm is hij behoorlijk afwijkend, vermoedelijk omdat de hoek waaronder het gebouwd werd veranderd tijdens de aanleg. De reden hiervoor was dat de druk te groot zou zijn en de piramide zou instorten. 

De piramide heeft twee ingangen. De noordelijke mondt uit in ondergrondse kamers. 
Naast de piramide ligt nog een kleiner exemplaar. die waarschijnlijk ook voor de farao was bestemd, maar daar is geen zekerheid over.

De rode piramide van Snofroe van Dasjoer was de eerste echte piramide en de derde piramide van  koning Snofroe. De naam rode piramide verwijst naar de kleur van de piramide zelf die ooit met kalksteen was bedekt.

Uit tekens in oude geschriften kan opgemaakt worden dat deze piramide aan het einde van de regeerperiode van koning Snofroe werd gemaakt. De piramide is in totaal 104 meter hoog. De noordelijke ingang komt uit in drie kamers, waarvan één vermoedelijk een grafkamer is.

In de piramide werden drie overkragende vertrekken aangetroffen. In de middelste zat waarschijnlijk de sarcofaag, in de jaren vijftig van de vorige eeuwen werden hier inderdaad resten van de mummie van de koning gevonden.

Met zekerheid kan aangenomen worden dat Snofroe de grootste piramidebouwer was van allemaal. Wel wat vreemd is dat  Cheops, zijn zoon en de bouwer van de piramide van Gizeh, in een hoger aanzien stond dan zijn vader.

Snofroe ondernam verschillende expedities gehouden naar Nubië en Libië om daar te plunderen. Hij kwam terug met duizenden slaven en vee. Snofroe organiseerde ook overzeese expedities namelijk naar Libanon voor ceder (hout). Veertig schepen vol met hout kwamen terug naar Egypte. Deze werden gebruikt voor boten, barken en deuren van paleizen. Men gelooft dat de koning stichter is van de stad Buhen (Boehen), vlakbij de 2e cateract van Nubië, die mogelijk werd gebruikt als uitgangspunt voor handels- en mijnexpedities

In zijn binnenlandse politiek probeerde Snofroe de koninklijke familie en de adel te behouden. De meeste van de hoog geplaatste officieren en nobelen bij de rechters waren lid van zijn familie. Hij was ook verantwoordelijk voor het opnieuw rangschikken van het land voor de adel. Dit om te voorkomen dat ze misschien te machtig werden.

In zijn tijd ontstond de zonnecultus

Khufu (Cheops) (2551 - 2528 v. Chr.), de oudste zoon van Snofroe en tweede heerser van de 4e dynastie. De koning had verschillende namen naast Cheops: Chufu, “Choefoe”, Khufu, Suphis en Choemchoefoe. Zijn naam betekent: "beschermd bij Chnoem. Cheops had meerdere zonen (waaronder zijn opvolger Djedefre en Chefren) en een dochter Hetepheres II. Het karakter van de koning was vrij streng en hij stond in die periode (opgetekend door Herodotus) als een tiran bekend. Pas in latere tijden werd hij beschreven als een grootse farao.

Zo'n 20 kilometer ten noorden van Dasjoer ligt het verhoogde rotsplateau van Gizeh. Dit plateau heeft een lengte van ongeveer 2,2 en een breedt van 1,1 kilometer. Op dit imponerende plateau begon de oudste zoon van Snofru, Khufu, het meest ambitieuze project in de geschiedenis  van de bouwkunde. De piramide van Cheops.

Djedefre (2528 - 2520), de derde koning van de 4e dynastie

 

 

 

Khafre (Chephren) (2520 - 2494)

In de tijd daarna werden de piramides van Gizeh gebouwd onder de farao's Cheops (2551-2528 v. Chr.) en Chefren (2520-2494 v. Chr.). Beide farao's  worden in volksverhalen afgeschilderd als tirannen. De Britse archelologe stelt het begin van de bouw van de piramide van Cheops op het jaar 2478 v. Chr., met een marge van 5 jaar. Dit op grond van de geografische oriëntatie van de Egyptische piramiden op het noorden en de afwijking die in de eeuwen daarna ontstond als gevolg van de draaiing van de aardas)

De Egyptenaren gebruikten metaal voor het bewerken van de stenen. Ook beschikten ze over een uitgebreide politieke organisatie. 

De laatste twee farao's van de 4e dynastie waren Menkaoere (Menkaoera, Menkaure, Mykerinos of Mycerinus) (2490 - 2472) en Sjepseskaf (2472 - 2476)
Het bestuursapparaat werd gedurende deze dynastie geperfectioneerd en ontwikkelde zich tot een ware bureaucratie. Het ambt van vizier werd het belangrijkste na dat van de koning. De vizier had het toezicht op de financiën, de landbouw en over de archieven. 

Egypte (2465 - 2345 v. Chr.) - Oude Rijk - 5e dynastie

laatst bijgewerkt: 17-07-08

colofon